Johannes Maccovius - pagina 304
292
zondaren, dat
gen:
wel necessair, maar ook spontaan zondi-
zij
quidem hoc
„Necessario
fit
sed ita tarnen, ut non
coacte et invite peccatores peccent, sed libere et sponte." In zijne Loei
Communes behandelt Maccovius
^)
deze quaes-
tie uitvoerig en zet haar zeer duidelijk uiteen. Hij zegt, er
twee opinies in de Kerk gangbaar, de eene is meer algemeen, de andere minder, ze woorden echter beide aangehangen en verdedigd. De meer algemeene opinie is dat de zijn
definieeren
libertas te
is
als
eene „indifferentia activa ad
utrumque oppositorum." M. a. w. een subiect kan in een gegeven oogenblik iets of veile óf nolle. En als dat nu in verband gebracht wordt met de goddelijke determinatiO; dat alles bepaald is, dan wijst men op eene distinctie in de voluntas humana die of sensu men moet worden. Alleen nu
genode men-
diviso of sensu composito
sensu diviso,
d.
w.
z.
beschouwd, en los gedacht van de goddelijke determinatio, kan of veile óf nolle en heeft eene indifferentia activa ad utrumque oppositorum. Maar sensu composito, d. w. z. de menschelijke wil beschouwd schelijke wil abstract, op zich zelf
in relatie tot de goddelijke determinatio, mist alle vrijheid,
non quadrat in libertatem." ^) Met gaat Maccovius niet mede. Hij zegt nu deze beschouwing dat de beschouwing der voluntas creata sensu diviso een casus non dabilis is, de menscheUjke wil is altoos afhankelijk zoo in zijn veile als in zijn nolle van het eeuwig Decreet. Hier tegenover staat de minder algemeen gehuldigde beschouwing, waar Maccovius zich echter beter mee vereeni„et
')
definitio
ita
Coll. Theol.
XIII waar ^)
hij
ista
Miscell. Qnaest.
in gelijken zin
Vermoedelijk was
dit
Anno 1625.
Disp. V.
Men
zie
ook Disp.
X
en Disp.
deze gedachten ontwikkelt.
ook het standpunt van Lubbertas. Eenigszins toch vinden
we dezelfde gedachten in zijn Catechismns, al bezigt hij daar andere woorden. Hij zegt daar: „Omnia fieri necessario, et ex his quaedam necessario tantam, quaedam necessario et contigenter simnl. Quae a solo Deo fiant, tantam necessario fiunt. Non enim possant res aliter esse, atq; a Deo creantar: neqae aliter agere, atque a Deo gubernantar. Quae non a solo Deo fiant, sed fiunt a Deo tanquam causa remota et etiam ab simul,
neque
at
alia
habere possunt, quatenas vero fiunt a nobis ipsis, fiunt contingenter, habere possant." In Catechesin Palatino-Belgicam, p. 273.
aliter se
et se aliter
eaque proxima, sive viciniore, fiunt necessario, et contingenter hamanae. Hae enim quatenus diriguntur a Deo, fiant necessario,
causa
actiones
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 304](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's