GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 288

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 288

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

276 ordinavit Deus peccata ad certos unes. Probatur hoc isto

argumento: sine quo Deus non potiüt iustitiam punientem misericordiam ostendere (non potuisse dicimus Deum non

et

defectu potentiae, sed defecta obiecti) illud voluit propter hoc,

nempe

si

ostendere.

At

iustitiam punientem et misericordiam voluit

peccato non potuit ostendere iustitiam

sine

punientem et misericordiam. Ergo." ^) Nadat we d^m alzoo gezien hebben hoe Maccovius aantoonde dat toelating der zonde in Gods Raad was besloten, en dat de Reprobatio eeniglijk en alleen berust op Gods vrijmachtig welbehagen, op het Odium Beneplaciti waardoor Hij Zijne macht en Zijne rechtvaardigheid wal betoonen, tegenover de voorstelling van Lubbertus dat in Gods Raad alleen een Decretum puniendi gedacht kan worden, dat Gods odium alleen naar de peccatores qua tales uitgaat, en dat Gods Ira alleen is eene voluntas ulciscendi, hebben we thans na te gaan, hoe Maccovius en Lubbertus zich de verhouding tusschen de zonde eenerzijds en Gods Wil en Providentia anderzijds voorstelden.

Gods Wil en Gods Decreet zijn één. Want de Dei VolunDeus decernens. Gods Deus volens, Dei Decretum tas Decreet en Gods Wil zijn alleen in relatie onderscheiden. Het Decreet is Gods eeuwige Raad, Gods Wil is het plan van uitvoering van dien Raad. Lubbertus kent alleen een Decretum puniendi, en consequent leert hij ook niet anders dan een Voluntas puniendi.

=

=

ontwikkelt zelf de gedachte: „Voluntas Dei est peccatum punire." *) En voorzoover Lubbertus de zonde met Gods Wil in verband beschouwt, maakt hij de gebruikelijke Hij

antithese van Gods verborgen en Gods geopenbaarden Wil. Van den verborgen Wil Gods zegt hij: „Haec voluntas fit

semper test."

')

nemine impeditur, neque impediri poHiervan onderscheiden is de geopenbaarde Wil,

et ubique, a

waarvan sprake

is

in het gebed des Heeren, in Joh. 6:46,

Quaest.

Anno 1625. Dispntatio V.

')

Coll. Theol. Miscell.

-)

De Jesa

")

In Catechesin Palatino-Belgicam, p. 811.

Christo Servatore, p. 311, 312.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 288

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's