Johannes Maccovius - pagina 392

380 die den Persoon en het ambt toekomt, op één der naturen en wel op de mindere terug te trekken. ^)

Maccovius roept bij deze responsio een: „Disce ex uno omnes" uit. Er is drieërlei onwaarheid in. 1" dat aan Christus als Middelaar ook naar Zijne menschelijke natuur, aanbidding toekomt. 2" dat de Persoon des Middelaars ën uit Zijne Godheid èn uit Zijne menschheid bestaat, want de Persoon des Middelaars is niet anders dan de Persoon der Godheid. „Falsum asserere videretur, si accurate loqui velimus, quod tota Persona constat ex humanitate et divinitate.

Nam

sola divina natura est Persona"

^)

het ambt van Middelaar den geheelen Persoon toekomt, niet onderscheiden mag worden wat in dezen 3".

Dat

wijl

der goddelijke en wat der menschelijke natuur toekomt.

De oude Theologen toch hebben enim

est

altoos geleerd: ^^Christus

secundum utramque naturam Mediator,

salvis ta-

^) Maar meer nog, zoo voert Maccovius aan, niet alleen dat deze responsie drie

rnen utriusque naturae proprietatibus."

grove onjuistheden bevat, maar

is

zij

ook met zichzelve

De Censor toch

lijnrechte tegenspraak.

in

zegt, dat de Gere-

formeerden tegenover de Roomschen handhaven dat Christus niet alleen naar Zijne menschelijke, maar ook naar Zijne Goddelijke natuur Middelaar is. Daaruit moet dan volgen dat Christus ook naar Zijne menschelijke natuur als Middelaar

is

te aanbidden.

Nu

zegt de Responsio dat de Mid-

delaar Christus Zijne eere van de hoogere natuur ontvangt.

Maar, zoo vraagt Maccovius,

')

als

dat zoo

is,

waarom poneert

Maccovius citeert den Censor: „Haec probatio est infirma, quia (qua Mediator)

significat

unam

quod

officium,

toti

Personae competit, verum qua homo designat tantum

unius Personae Naturam, Officium illud Mediatorium designat einsmodi digni-

tatem,

quae

Quamobrem

omnem omnino omnium Creaturarum in

Christo,

si

tantum homo

esset,

dignitatem

modo

infinito superat.

locam habere non posset. Hanc ob

causam Reformati omnes Theologi, adversus Pontiflcios affirmant, et tuentur, Christum non tantum secundum naturam, sed secundum Divinam Naturam esse Mediatorem,

absurdum autem sonae

competit,

est et

honorem,

qui toti Personae debetur et Officio, quod toti Per-

quod dignitatem

unam seorsim naturam,

et

a digniori natura accipit,

quidem indigniorem

^)

Loc. Comm., p. 295, 296.

^)

Loc. Comm., p. 296.

referre." (L.

C,

honorem, inquam, ad p.

295.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen