Johannes Maccovius - pagina 384
372
daarvan
is bij
Christus als Middelaar geen sprake. Hij heeft
een gegevene macht. Het oordeel
Hiermede
is
Hem
gegeven.
ook het appendix van Amesius' Thesis. Want als hij zegt dat aan Christus als Middelaar religieuse calte toekomt, omdat Hij onze Profeet is en v^ij Hem dus hebben te hooren, en omdat Hij onze Koning is en wij Hem dus hebben te gehoorzamen, dan w^ijst Maccovius er weer op dat Hij daartoe van God is verordineerd. Het derde argument van Amesius is, dat de natuur en het doel der verlossing religieuse culte voor den Christus als Middelaar noodzakelijk vereischte maken. Christus heeft ons als Middelaar verlost, opdat we Hem zouden leven. ^) Hier is, zoo toont Maccovius aan, Amesius in een logische fout vervallen, door de conclusie reeds in den minor der praemissen op te nemen. Hierop toont Maccovius dan aan, dat wij Christus niet als Middelaar, maar als Gode hebben te leven. Wij hebben valt
Gode te leven. Rom. 6 10. En al heel zonderling is het dat Amesius zich weliswaar op 1 Cor. 6 20 beroept, maar dien tekst aanhalende, het woord „God" er uit weglaat. „Quid quod ipse citatus locus 1. Cor. 6. 20. hoc ipsum evidenter probat. Unde argumentum hoc fallaciam divisionis committit, cum omisit vocem Deum, quae expresse docet :
:
quis
sit
glorificandus."
*)
Het vierde argument van Amesius is volgens zijn eigen woorden een reeks van argumenten. Wij hebben in Christus qua Middelaar te gelooven. Wij hebben op Hem onze hope te stellen. Wij moeten Hem met de innigste liefde liefhebben, in alles naar
Hem
hooren,
den hoogsten dank brengen. Dit
')
et 1
Thesis
fine
Cor.
nos
sibi,
posthac
:
20. Empti,
ut
non
ipsi sibi
Qui
redemit nos
estis pretio
vivamus vivant,
toti.
sed
pro nobis,
ei
:
Loc. Comm., p. 290.
sibi,
ut ipsi vivamns toti,
glorificate igitur,
Hem
niet zonder
ille
est adorandns.
Sed Christus qua Mediator, redemit
2 Cor. 5. 15. Pro omnibus mortuus qui pro ipsis mortuus
ut redimeret nos ab omni accensum studio bonorum oiterum." '')
aanroepen.
nu kan
VIII der Assertio luidt: „Confirmatur idem evidenter ab ipsa natura et
redemtionis 6.
Hem
alles
est.
Tit.
2.
iniquitate, purificaret sibi ipsi
est,
ut qui vivunt,
14. Dedit semetipsum
populum
peculiarem,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 384](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's