GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 276

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 276

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

264 spreke, er altoos een mysterie blijft, dat boven ons denken uitgaat: „Miro enim et inexplicabili modo fit, ut dum homines agunt^ quae collibuit, moremque gerunt animo suo, param de Deo solliciti, impleant tamen Dei decreta, et in-

cludantur cancellis divinae Providentiae."

Het

^)

noodig deze citaten op den voorgrond te stellen, om zelfs den schijn weg te nemen alsof Maccovius een der meest besliste voorstanders van het Supralapsarisme in ons is

vaderland, gedacht zou hebben, dat dit standpunt de quaes-

zou oplossen. En daarom wijs ik als eindbeschouw^ing van Maccovius over deze quaestie op dit citaat: „nee existimantie

dum

est,

peccati.

Ecclesiam

Nimirum

sic

voluisse

Deum

Deus nos

aliter

constituere authorem

liberat a malo, miserendo,

indulgendo, agendo, flectendo in obsequium, vi et efficacia Spiritus

inducit

Aliter

sui.

in

tentationem.

Nempe non

agendo, nosque nobis ipsis permittendo. Quod nisi accideret, cassa foret

et

irrita

tentatio."

Waarop

hij

volgen laat:

„Itaque id unum vehentissime petimus a Deo, Ne nos inducat in tentationem, sed liberet a malo; iubente ac docente et Christo, qui et nostriim ingenium, imbecillitatemque Patris sui potestatem, bonitatem et agendi rationem no;

verit optime."

'O

Doch onderzoeken we nu w^at Maccovius. in zijne geschriften aangaande dit onderwerp leerde. In zijn Loei Communes, Caput „de Scientia Dei", begint Maccovius met op de gebruikelijke onderscheiding tusschen scientia intelligentiae, die

op al de possibilia ziet, en scientia visionis of practica, die op al wat metterdaad plaats grijpen zal ziet, te wijzen. Deze scientia visionis nu is de oorzaak van al w^at gebeuren zal, zonder haar en buiten haar om geschiedt er niets. Dit leidt tot den Theologischen grondregel: „Res sunt quia Deus

scit,

non

quia sunt." Dat leert de H. Schrift

scit

allerwege (locus classicus, Klaagl. 3 deze scientia visionis

')

Loei Comm., p.

^J

Coll. Theol. Miscell.

is

:

37).

In het hebben van

juist het principieele onderscheid

4 44.

Qnaest.

Anno 1620, 1621. Disp.

VI.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 276

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's