GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 129

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

117 FRANCüs en Anselmus en loopt door tot aan Albertus Magnus.

Danaens, en

in

hem

navolging van

Voetius

^)

en Buddeus

^)

noemen Lanfrancus als den eersten Scholasticus. Nitzscli noemt Anselmus als den eerste. De karakteristiek dezer periode beschrijft Voetius aldus: „haec accersebat dogmata etiam ex humana autoritate patram, et non tantum ex scripturis.'" ^) De bekendsten uit deze periode zijn LomBARDUS,

AlEXANDER HaLESIUS Cn KOBERTUS PuLLUS of PuLLETNUS.

meende

Lombardus

rum scholasticorum, De tweede periode,

„lites

ac

controversias

recens

nato-

patrum componi posse. *) de periode van bloei dezer Scholastiek. Ze loopt van Albertus Magnus tot aan Durandus a S. Portiano. De karakteristiek dezer periode is volgens Voetius: ^/lunc praeter immo et supra scripturae ac patrum auctoritate

de media,

dicta, introducta sunt in

male

male

lecta,

strationis

Theologiam Aristotelis

intellecta^

principia."

^)

is

In

tanquam deze

effata saepe

irrefragabilis

periode

der

demon-

Scholastiek

bloeiden Albertus Magnus, Thomas Aquinas, Bonaventuka, Dun ScoTus en Occam. Sinds 1150 was de Stagiriet geheel in het

Occident bekend geworden, en zwaaide er

De derde

periode, de nova,

Scholastiek. Ze begint

is

zijn schepter.

de periode van verval dezer

met Durandus a

S. Portiano, den Doctor Resolutissimus, en duurt tot aan de Reformatie. Buddeus karakteriseert haar aldus: „Nova autem ideo ab eo inchoatur scholasticorum aetas, quod in hocce temporis intervallo, si quid forte boni adhuc in Theologia systematica superfuit, exstinctum penitus, ac obscuratum, nugis contra et quisquiliis cuncta obruta." ) En Voetius zegt er van „quod nonnunqnam et ex professo nimis langueant

circa

quaestiones inutiles, vanas, curiosas, periculosas, ab-

imo et blasphemas". (pag 23). Wilt ge in plaats van een chronologische indeeling een logische, dan vindt ge de surdas,

')

Voetius,

^)

Buddeus,

')

Voetius,

*)

Buddeus,

^)

Voetius, L c,

^)

Buddeus, L c,

1. 1. 1.

1.

c, p. 16. c, p. 361. c, p. 16.

c, p. 359. p.

p.

16.

365.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's