Johannes Maccovius - pagina 273

261

komt om den mogelijken menscli werkelijk te scheppen, dan moet toch weer tot de infralapsarische orde worden voortgeschreden, (p. 362). Doch ook het Infralapsarisme bevredigt hem niet. „Het infralapsarisme schijnt zachter en billijker te zijn, maar dit blijkt toch bij dieper nadenken sluit

veel

niet

meer dan

houding teekent der decreten. sche,

hij:

De

schijn te wezen." (p. 861). Beider ver-

„Er

is

alleen

infralapsariër

verschil

over de orde

houdt zich aan de

histori-

causale; de supralapsariër verkiest de ideëele, teleo-

logische

orde.

Gene vat het begrip praedestinatie

in enger

zin op en laat schepping, val, providentia eraan voorafgaan;

deze neemt onder de praedestinatie alle andere besluiten op.

Daar valt de nadruk op de veelheid, hier op de eenheid daar hebben alle besluiten tot op zekere

der besluiten;

hoogte een eigen, zelfstandige beteekenis, hier zijn de voorafgaande alle aan het laatste besluit ondergeschikt." ^) Dr. Bavinck komt dan ook tot de conclusie dat noch het Infralapsarisme noch het Supralapsarisme bevredigt. „Zoo is het noch aan het supra- noch aan het infralapsarisme

om

probleem de oplossing te geven en de haar recht te doen komen." ") Een gemeenschappelijke fout van het eenzijdig Infra- of Supralapsarisme ziet Dr. Bavinck daarin, „dat zij al wat aan het einddoel voorafging als middelen onderling in gesubordineerde verhouding plaatsten. Nu zijn de middelen vanzelf ondergeschikt aan het einddoel, maar daarom nog niet aan elkaar." (p. 366). Daarom eindigt Dr. Bavinck: „ten slotte is noch de supra- noch de infralapsarische voor-

gelukt,

bij

dit

alzijdigheid der Schrift tot

van de praedestinatie

om

de volle rijke waarheid der Schrift in zich op te nemen en ons theologisch denken te bevredigen." Het infra- en supralapsarisme stelling

in

staat,

hebben beide hunne, maar toch een onderscheidene waarheid.

„Wij kunnen ons in onze beperktheid slechts stellen

op het eene of op het andere standpunt." „Maar voor God dat gansch anders. Hij overziet het geheel. Alle dingen

is

^) ^)

Dr. H. Bavinck, Geref. Dogmatiek, II, p. 360. Dr. H. Bavinck,

1.

c,

II, p.

365.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen