Johannes Maccovius - pagina 241

229

comparativa genoemd. Episcopius

is

er de groote verdediger

van. Hij klaagt dat de Scholastiek de Theologie zóó inge-

wikkeld heeft gemaakt, dat men de Theologie wel met eene Sphinx vergelijken kon, en een Oedipus er voorwaar bij noodig is: „Videbam veritatem multarum et maximarum

rerum

in ipsa scriptura sacra, elaboratis

humana

industria

phrasibus, ingeniosis vocularum fictionibus, locorum com-

mmiium mularam

terminorum ac forinventionibus adeo involutam, perplexam et in-

artificiosis texturis, exquisitis

tricicatam redditam esse, ut Oedipo saepe opus esset ad

Sphingem illam Theologicam enodandara. Ita

est, et

hinc

primae lacrymae." ^) Men moest naar de hoofdzaken vragen waar de zaligheid van af hing, zoeken naar al wat we gezamenlijk beleden, vandaar metJiodus comparativa; de controvers bannen, zoo irenisch mogelijk zijn, vandaar metJiodus pacifica. Zoo gezind zijnde, schreef hij aan Michael Schneider: „Methodum Theologiae scribendae, ego suam cuique liberam facio. Theologia non est ars nee artificiosa Locorum communium ordinatio. Hes Theologum facit non ordo. Tum methodus pro cuiusque captu at animo variat. Ego ita semper credidi, optimum esse Theologum, qui textum Scripturae sibi familiarem adeo reddit, ut de qualibet re proposita, etiam sine arte, sine methodo, possit disserere. Textualis Theologus optimus est Theologus." ^)

— —

Episcopius noemt de godsdienstige geschillen: „blaasbalgen van verdeeldheid en sluipwinkels van ongodsdienCüRCELLEUS en VAN LiMBORCH, eu HUGO DE GrOOT, verdedigden met en na Episcopius deze methode. Van de Philosophie is het Arminianisme, evenals het

stigheid."

Cocceianisme, nooit afkeerig geweest, wel van de Aristotelische,

niet

van de Ramistische waar het zich geheel aan

overgaf. Arminius heeft zelf de Ramistische Philosophie voor

Theologie verkoren. Het is merkwaardig dat het Cocceianisme heil bij het Cartesianisme, het Arminianisme bij zijn

')

MosHEiM, Oude en Hedendaagsche

^)

De Moob,

Comment. Perp.

l,

p.

Kerkelijke

77.

Geschiedenissen, VII, p. 211.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen