Johannes Maccovius - pagina 294

282

Men kan

tio."

spreken van een „excitatie

(1

Kon.

11

:

14),

van een vocatio (Jesaia 13)^ van een missio (Jesaia 10). Zoo leeren ook tal van teksten het, als 2 Kron. 80:12 en dergelijke. De mensch kan nooit iets doen dan onder de conditio sine qua non van Jak. 4:15. God is aller oorzaken Oorzaak, en de mensch nooit meer dan causa secunda. Dat leert de

H. Schrift zeer duidelijk in Jesaia 14:27:

„Want

de Heere der heirscharen heeft het in Zijnen raad besloten,

wie zal

dan breken? en

zal het

ze dan

van Rom.

keeren?" Dat 11 :36:

„Uit

Hem

En

dies

is

dingen."

alle

secunda:

„Ad

inefficax,

zijn

maar

hand

is

uitgestrekt, wie

de diep theologische gedachte

en door

Hem

en tot

er een concursus

Hem

zijn

met de causa

^)

Op de vraag, hoe in

Zijne

actiones ergo etiam producendas concurrit

omnium rerum." covius

is

Macantwoord. Gods wil is nooit anders was het geen wil van

die concursus plaats grijpt, geeft

Collegia een altoos efficax^

God. „Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen'' (-lesaia 46:10), bewijst dat. De mensch is als causa secunda volkomen in alles van God afhankelijk. „Nam si non vult causa esse prima, ergo frustra vult, cum omnia bona a Deo dependeant tanquam a causa prima, nee quicquam esse possit, cuius causa ille prima non sit cum causae

secundae moveri non possunt, nisi ab hoc moveantur ut Act. 17. docetur," waarvan de conclusie is: „Si moventur

non possunt non moveri." En werkt God nu moraliter op den wil? Maccovius antwoordt: „Deus ratione eorum, quae a voluntate fluunt, et bona sunt, non est causa prima. Ratio, quia si movet moraliter, ergo tantum erit causa impulsiva. Impulsiva autem causa est minus principalis. Minus principalis autem non potest dici prima, ut cuivis, qui quid sit causa prima novit, est notum." Integendeel, God werkt op den wil physisch. „Deum etiam voluntatem movere physico motu, non autem morali." En dit bewijst Maccovius aldus: „Quod Deus dicatur praecipere, ut hoc et illud

')

fiat

ab hominibus, dicatur dare in corda eorum, ut

Loei Comm., p. 438.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen