GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 293

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 293

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

281

non seqni peccatum," want

maar

efficax.

die permissio

is

niet inefficax,

*)

In zijne Collegia bewijst

de Thesis, dat de Permissio

hij

„consistit ergo in subtractione auxilii Dei," door te zeggen:

enim Deus auxilio suo adesset, impossibile esset hominem cadere," Hiervoor is genoegzaam bewijs de volharding der heiUgen, die het geloof niet kunnen verliezen, en de staat dei- heerlijkheid, waar, dank zij den goddelijken bijstand, het bij de uitverkorenen wederom wordt een non posse peccare. *) Doch dit ziet natuurlijk alleen op den val, op de eerste zonde, op het peccatum originale. Doch de Providentia Dei gaat ook over de peccata actualia. Dienaangaande leert „Si

Maccovius: „Actus providentiae Dei circa raalum culpae hi sunt.

1.

aliter

decernere, ut fiant;

permittere.

4.

2.

peccatum regere.

intra certos limites cohibere.

ram

eius

ut certo fine fiant.

optimum quid

sistere,

3.

actu-

ac illud

Ex peccato praeter natu-

6.

elicere."

5.

*)

Hiervoor geeft de H.

S.

genoeg bewijsplaatsen: 2 Sam. 12 11; 2 Sam. 16 10; 2 Sam. 24:1; 1 Kon. 12:15; Jesaia 10:5, 6; Ezech. 14:9. Deze reeks van plaatsen kan aanmerkelijk worden uitgebreid, „et talia infinita." Het is die Providentia die ook aan de zonden paal en perk stelt, ze intoomt. God zorgde er voor dat de broeders van Jozef aan Jozef niet meer kwaad deden dan God wilde toestaan. God laat uit de zonde, naar Zijn Raad, het goede geboren worden, zooals dat voorbeeld van Jozef in Egypte het bewijst. *) Vragen we nu naar de relatie van het doen Gods en van het doen der menschen, dan drukt Maccovius die uit door te spreken van een concursus, van eene concomitantia. ^) Dat wil zeggen, bij God is er niet alleen een voorkennisse, of een bevel, maar ook eene ^^efficacissima motio et direc:

')

UpuT.

^)

Coll. Theol.

^)

Loei Comm., p. 455; Dist. Theol., p. 30.

:

ip£V$. Pontif., p. 35.

Qnaest. de Praedest.

Anno 1618/19.

Disp. VII.

Loei Comm.,

p. 458; Dist. Theol., p. 30. Over den eoncnrsns der goddelijke Providentia en der mensehelijke aetie leeren Lubbertus en Maccovius geheel hetzelfde. Lnbbertns ontwikkelt dezelfde gedachte in *) )

zijn

„de Jesn Christo Servatore," waar

hij

Jesaia 10

:

6, 6, 7

bespreekt,

(p.

600 — 603).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 293

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's