Johannes Maccovius - pagina 303
291
En zoo is er voor den mensch eenerzijds wel necessitas, maar anderzijds ook libertas. Hij doet wel alles krachtens het Decreet, maar toch ook met een spontaneitas. ^ dm in eens te vatten wat Maccovius daarmede bedoelt, het best de Theologia Quaestionum op te slaan. Daar wordt in Loens XXI, qnaest. 6, de vraag gesteld: „Quomodo providentia Dei Sanctissima occupatur circa
doen
wij
bona^" en geantwoord: „Optime; libertas enim non consistit in
eo,
ut quod
facis,
facere
non
possis
si
sed in eo,
velis,
Dan
ut quod agis sponte agas, ratione praeeunte." in quaest. 7 de vraag:
providentia Dei,
En
si
„Quomodo
volgt
stare potest libertas
cum
providentia Dei promovet efficaciter?"
hierop luidt het antwoord: „Optime, libertas enim non
consistit in
ut quod
eo,
non
facere
facis,
possis, si velis,
sed in eo, ut quod agis, sponte agas, ratione praeunte."
^)
In zijne Collegia wijdt Maccovius een geheele Disputatie aan de Thesis: „Libertas potest stare cum necessitate." Allereerst wordt die Thesis ten opzichte van God bewezen.
Ook
bij
God
een innerlijke necessitas, en toch doet God
is
God wil
nooit iets gedwongen.
Dan wordt het
ten
altoos alles
wat
Hij doet.
opzichte van den mensch aangetoond
dat
hij
krachtens het eeuwig Decreet óf verloren óf verko-
ren
is,
en dat
toch natuurlijk, als van
hij
zelf,
geheel
vrij-
Gods Woord erkent en Gods Zoon aanbidt, óf Gods Woord loochent en Gods Zoon kruisigt. Eindelijk wordt een betoog geleverd dat de libertas niet is eene indifferentia waardoor men naar willekeur iets doen willig en spontaan of
of iets laten kan,
men
zijne
daden
maar
de spontaneiteit waarmede
ligt in
verricht.
En zoo komt Maccovius dan ten
opzichte der zonde tot deze conclusie: „Si decretum Dei respicias,
impossibile erat ut hoc non fieret: attamen
hoc, sponte hoc ab ipso factum."
*)
Denzelfden gedachtengang
gronden.
En dan komt
hij tot
:
En
Lubbertns
ontwikkelt.
de conclusie
^)
dum
fiebat
ten opzichte van de
ook,
en tevens
op dezelfde
„Nihil igitur rarius et ineptius dici potest,
quam non esse libernm quod est necessarium De Jesu Christo Servatore, p. 588, 589,
;
vel,
non
fieri libere,
quod
fit
^)
Theol. Quaest., p. 49.
^)
CoU. Theol. Quaest. de Praedest. Anno 1618 et 1619. Disp. XVI,
necessario."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 303](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's