GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 400

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 400

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ut credatur, quomodo Christo mediatori communicatus sit honor adorationis, an secundum naturam divinam, an secundum naturam humanam, an secundum utramque." (p. 521). Hiertegen komt Voetius nu op.

We

hebben wel precies

te onderscheiden. En daarom zal hij beginnen met een „Examen tituli, sen praecognitio terminorum praemittendar Subiect van het probleem is Christus. Praedicaat van het probleem is: Adorandus qua Mediator. h\ het onderzoek van

probleem hebben we allereerst te onderzoeken of we te doen hebben met den Persoon der goddelijke of der menschelijke natuur, of met den éénen Persoon der beide nat aren. In het praedicaat hebben we wel te onderscheiden tusschen adoratio en adorabilitas. De adorabilitas toch is van God een attrihutum ahsolutum, eene proprietas essentialis, de adoratio is een attrihutum respectivum, en dies geene dit

proprietas essentialis.

Zoodoende is het dus heel iets anders of ik de vraag stel: ;;An Deus qua Deus sit adorabilis," dan wel: „An Deus, an Christus qua Deus adoretur." Spreek ik nu van Christus qtia Mediator, dan heeft er een dubbele determinatie plaats, 1". die van de Mediatio, waardoor toch eene limitatio plaats heeft, en 2". die van het woordje qua, dat toch niet anders zeggen wil dan: in quantum.

De Mediatio

temporalis.

Ze

is

is

eene

relatio accidentaria, contingens,

niet necessaria, naturalis en aeterna.

Hieruit volgt rechtstreeks dat de Mediatio geen reale aan

den Persoon des Middelaars toevoegt, maar slechts eene denominatio extrinseca.

En

zoo

komt Voetius dan

tot de niet

„Quamvis enim unus idemque nunc secunda persona divina deitatis, et mediator non tarnen unum est mediator et persona illa divina (in sensu te loochenen conclusie: sit

et

scil.

formali:)." (p. 522).

hebben we de limitatie door het woordje ook niet steeds dezelfde beteekenis heeft. Doch in hoevelerlei beteekenis het ook gebezigd worden kan, toch, zoo zegt Voetius: „Quoumque modo usurpetur, infert semper reciprocationem seu conversionem, seu adaequationem

En

anderzijds

qua, dat

praedicati et subiecti, aut limitationis seu determinationis

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 400

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's