Johannes Maccovius - pagina 125
113
de praeexistentie der ziel geleerd, en verklaarde de kennis niet anders dan herinnering te zijn. Tegen deze Philosophie
kwam
Augustinus
Men moest
op.
schen de inteUigiUlia en de
sens'ihïlïa.
maken
onderscheid
En nu
is
het wel een
tnsfeit
men
over de intelligibilia aprioristisch kan redeneeren, maar dat komt niet door herinnering van de praeexistent bestaan hebbende ziel, maar door de dispositie van het dat
intellect.
Na
^)
deze korte uiteenzetting van eenige van Augustinus
gedachten,
meen
genoegzaam aangetoond
ik
te hebben^ dat
reeds in de patristische periode, de facto van scholastieke
methodologie gesproken kan worden. Deze periode wordt met Gregorius den CIroote afgesloten. Voegen we hier nog bij dat wat Augustinus voor de Westersche Kerk deed, later Juhannes Damascenus, zij het ook op gebrekkige wijs en met veel minder genialiteit, voor de Oostersche Kerk tot stand gebracht heeft.
eeuw treedt de Theologie een nieuwe phase in. BoËTHius vertaalt de werken van Aristoteles. Plato wordt voor Aristoteles uitgeruild. Het eigenaardige van AristoteIn de
les
is
6<ie
„quod primus
fuerit,
qui in omnibus philosophiae
partibus systematica docendi ratione usus der productiviteit heeft uit, er begint,
sit."
De periode
'^)
wat Friedrich Nitzsch
noemt, „Sammelfleisz" te heersclien. De eerste periode is scheppend, de tweede is ordenend, rangschikkend, systematiseerend.
^)
Cassiodorus voegt het
Trivium en Quadrivium
als
propae-
deuse aan de Theologische studie toe en voert Boëthius'
')
„Sed potius credendnm
est mentis intellectualis ita
conditam esse naturam, ut
rebus intelligibilibus naturali ordine, disponente Conditore, subiuncta in
quadam
luce
sui
generis
incorporea,
quemadmodum
sic ista videat
ocnlus carnis videt quae in
hac corporea luce circumadiacent, cuius lucis capax eique congruens est creatus Denique cur de solis rebus intelligibilibus id fieri potest, ut bene interrogatus quisque respondeat quod ad quamque pertinet disciplinam, etiamsi euis ignarus est? Cur
hoc facere de rebus sensibilibus nullus potest, nisi quas isto vidit in corpore constitutus, aut eis quae noverant indicantibus credidit, seu litteris cuiusque, seu verbis." (Augustinus, Opera, XI,
p.
211, 212.)
*)
BUDDEUS,
')
Nitzsch, Real. Encycl. Herzog. Sub voce: Scholastische
1.
c, p. 353. Theologie,
ed.
1884.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 125](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's