GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 391

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 391

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

379

Maccovius vraagt wat dit toch zeggen wil? „Quae ratio quaeso consequentia." Als ik toch redeneer, het Middelaarschap van Christus heeft Zijne eer niet verminderd, dies is Hij als Middelaar te aanbidden, dan moet ik ook zeggen, de geboorte, het sterven en de begrafenis van Christus hebben Zijne waardigheid niet verminderd, nog Zijne gelijkheid met den Vader te niet gedaan, dies is Hij te aanbidden als zijnde geboren,

zijnde

als

gestorven,

zijnde

als

begraven.

Maar

wordt de fout der redeneering gevoeld, want Hij is als mensch geboren, gestorven en begraven. „Anne quia nativitas Christi, eius mors et sepultura non minuunt ipsius hier

dignitatera,

nee tollunt

cum Patre

aequalitatem, idcirco

Christus quatenus natus, quatenus mortuus, quatenus se-

pultus erit adorandus cultu religioso.

x\t

qui eatenus, qua-

tenus natuS; mortuus, sepultus erat homo. Sed satis huic

responsum."

^)

Thans gaat Maccovius eenige obiecties van den Censor weerleggen tegen argumenten door een onbekende aangevoerd. Maccovius zegt hier dus dat deze argumenten, welis-

waar

in zijn geest,

maar

niet door

hem

zelven

zijn te

berde

gebracht. „Nescio a quo proposita." Wegens de belangrijkheid er van dienen ook deze onder de oogen gezien te worden.

Deze onbekende Theoloog redeneerde dan in dezer voege Wanneer Christus in Zijne hoedanigheid als Middelaar moet worden aangebeden, dan moet Hij ook als mensch worden aangebeden. Christus toch was ën naar Zijne Godheid èn naar Zijne menschheid onze Middelaar. De Censor bestrijdt dezen Theoloog aldus Het Middelaarschap raakt den Persoon van den Christus. Wanneer ik van Christus als mensch spreek, dan ziet dat op één der naturen van dien éénen Persoon, welke echter de waarde aller creaturen tot in het oneindige overtreft. Dit laatste zou nooit :

kunnen

alleen naar Zijne Godheid Middelaar. Het

niet

')

maar mensch was. Nu is Christus menschheid, maar ook naar Zijne

als Christus alleen

Loc. Comm., p. 295.

is

derhalve eene dwaasheid de eere

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 391

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's