Johannes Maccovius - pagina 373

361

Maar de meeste Gereformeerde Theologen zagen

in al die

schikkingen en werkingen geene voorbereiding tot, maar wel vrachten van de reeds aanwezige wedergeboorte, (p. 128). Dr. Visscher erkent dan ook dat het bezwaar van Maccovius tegen Amesius' voorstelling, dat er eigenlijk drie staten

zijn,

denkbeeldig

onherboren, tusschenstaat en herboren, verre van is. (p. 129). Ja de lofredenaar van Amesius kan

niet nalaten te zeggen, als

hij

dien tusschenstaat van

Ame-

^^Wanneer wij dat hooren verzekeren, zouden we, op den klank afgaande, Amesius' puritanisme bijna betwijfelen. Toch is het verschil minder groot dan men oppervlakkig denken zou" ^). Maar toch, al behoeven w^e niet aan Amesius' puritanisme te twijfelen, desniettemin is het noodig de Engelsche voorsius teekent:

stelling met klem te bestrijden, en ook in zake de wedergeboorte tot helderheid en klaarheid te komen.

Van „voorbereidende genade" de zuivere Waarheid gustinus

belijdt,

heeft de Kerke Christi, die

nooit willen weten. Sinds Au-

en de Scholastieken sprak

men wel van

gratia

praeveniens of praecurrens en praeparans, operans en coöperans,

maar

die gratia praeveniens of praeparans,

was dan

toch al zelve gratia. De Kerk sprak wel van gratia praeveniens,

maar nooit van

iets

gratiam praeparans.

Gratia praeveniens, praecurrens, o ze

is

er voorzeker.

God

op een willekeurig oogenblik Zich met een menschenkind te bemoeien. Hij is de eemvige God. Hij heeft een eemvigen Raad des Heils^ een eeuivïg Verbond der gebegint niet

nade. Hij heeft de Zijnen lief gehad met een eemvige liefde. Deze gratia praeveniens of praecurrens moet door elk geloovige met hand en tand verdedigd worden tegen de gedachte van het temporeel Deïsme der Methodisten ^). Er is echter ook gratia praeparans. Maar niet ter wedergeboorte, wel ter bekeering. Als de gratia praeparans werkt, dan is er reeds gratia werkende, dan is er dus reeds wedergeboorte aanwezig. Maar dan is het een voorbereidende ge-

')

Dr. VisscHEK,

*)

Dr. A. KuYPEB, Het Werk

1.

c, p. 130. v.

d.

H.

Geest, II, p.

118.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen