GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 177

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 177

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

165

Een andere onderscheiding van den conceptusformaUs(„(\m:e est proprie dicendo conceptus") is: a. obïectivus; b. suhiectivus.

De

conceptus obïectivus

is

die „qua videlicet toti naturae

divinitatis vestigia impressa sunt, ut

rimam materiam cognitionis De conceptus suhiectivus is

amplissimam

et uber-

divinae nobis exhibeant." „in

ventribus nostris, quibus

sensum naturae sic insitum haerere dicimus, ut omnibus sit, non modo naturalis Deum noscendi vis, et facultas; sed nulla etiam sit ratio tam barbara, tam effera, cui non insideat ex naturali lumine haec ipsa persuasio." *) In dit alles blijft Maccovius op den bodem der realiteit staan en nooit laat hij van dezen regel af, die hij in schier al zijn werken herhaalt: „Intellectum divinum esse normam rerum; res vero esse normam intellectus humani." ^) divinitatis in

Maar Maccovius

goed Scholasticus de ratio als ancilla ten dienste der Theologie stelt, rekent als Calvinista rigidus, als Gereformeerd Theoloog ook met het feit der zonde. Zijn Erkenntnistheorie laat dit feit der zonde niet die

als

links liggen.

Het beeld Gods was

voor den mensch De zonde neemt echter niet het wezen van den mensch weg. Verstand en wil blijven dus. Maar wat de zonde wel doet, is de natuur van den mensch verdorven maken, de actie van positief negatief laten werken. En zoo ook tast de zonde den mensch aan èn in zijn intellect èn in zijn wil. in materieelen zin

het hebben van een intellect en een wil.

Ten opzichte van het

intellect

wordt

dit aldus

nader

uitgewerkt:

„Respectu intellectus est proclivitas dubitandi de Deo, deque voluntate eius, orta a privatione eius virtutis, qua ante lapsum potuimus perfecte cognoscere, quae ad bonum et salutem nostram pertinebant. Hinc scriptura de hoc peccato agens, 2 Cor. 3 5 (inquit) nos a nobis ipsis aptos non esse, ne ad cogitandum aliquid boni." :

')

Deze quaestie

is

voor de Theologie van groot gewicht ten opzichte der vraag,

of er al of niet een natuurlijke Godskennis ^)

Metaphysica, p. 52.

is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 177

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's