GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 94

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 94

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NATUURLIJKE GODSKENNISSE.

92

God voorzag

in

de

Schepping den mensch met een

heldere lamp, die zuiver licht verspreidde, Hij kroonde

hem

met de gave van het nog on gekrenkte verstand, Hij schiep Adam in volkomen wijsheid. Maar door de zonde is de olie des Heiligen Geestes uit die lamp weggenomen, en het werd een onzeker flikkerend licht, dat slechts weinige zwakke stralen meer van zich gaf. De Heilige Schrift teekent dien toestand in de „verduisterde oogen des verstands", bestaande in „de onwetendheid die in hen is" (Ef. 4 Doch de 18). genade, die niet alleen reddend, maar ook verlichtend is, verloste de redelijke ziel uit het donker der onwetendheid, deed de schellen afvallen van de verduisterde oogen des verstands, liet de olie des Heiligen Geestes weer in de lamp invloeien, en gaf „verlichte oogen des verstands" om te mogen weten, welke de hope der roeping zij (Ef. 1 18). Zoo mag de begenadigde ziel door de verlichtende genade des Heiligen Geestes weer jubelen: „Door U, o HEER, geeft mijne lamp haar licht. " (Ps. 18:8 ber.) „Gij doet mijne lamp lichten de HEERE, :

:

;

mijn God,

doet mijne

duisternis

opklaren."

(Ps.

Thans vragen de woorden: „doorzoekende de

kameren des

buiks," een nadere

18

:

29.)

binnen-

toelichting.

Schoon zegt de Kantteekening, dat hieronder te verstaan zij „de binnenste gedeelten der gedachten, genegenheden, gemoedsbewegingen, en de zeer verborgene consciëntie." De uitdrukking „binnenkameren des buiks" wijst op een :

spreekwijze in het Oude Testament, ontleend aan de Oostersche taal. De Oosterling denkt bij het „hart" aan het menschelijk bewustzijn, terwijl wij bij het bezigen van dat woord meer aan het gemoed, als de zetel van affectie-leven denken. Toch bewijst b.v. de uitdrukking „iets ter harte nemen", welke beteekent: aan iets denken, dat

eigenaardige

wat deze zegswijze aangaat, in het Oostersche begrip gemakkelijk kunnen inkomen. Maar als de Oosterling van den „buik" spreekt, laat het gevoel van affiniteit ons in den wij,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 94

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's