GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 174

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 174

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BIJZONDERE OPENBARING.

1-J2

beeld en gelijkenis, Wordt door de

kennen".

„opdat die mensch

Hem recht zou

zonde, in zekeren zin, het beeld

Gods verloren, dan begiftigt God de HEERE de Zijnen met den nieuwen mensch, die vernieuwd wordt tot kennis, evenbeeld

naar het

Omdat wij van Gods God in menschelijke

Desgenen,

die

hem geschapen

geslacht zijn (Hand. 17 taal tot

heeft.

29),

kan

ons spreken, en kunnen

wij,

:

28,

naar de mate van ons verstand, kennisse Gods verkrijgen. Wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons (I

gegeven,

verstand

het

Joh. 5

:

dat

wij

den Waarachtige kennen.

20.)

Deze geopenbaarde kennisse Gods nu wordt van oudsher naar

menschelijke

Zijne

gezaligden in die

de Godskennisse van Christus, 2 de kennisse Gods der den hemel, en 3 de wetenschap der heiligen

onderscheiden:

in drieërlei

zijn.

het eerste aanbelangt, zoo dient op den voorgrond te

staan, dat in lijke

.

.

op de aarde

Wat

i.

natuur;

den Christus Gods de Goddelijke en de mensche-

natuur scherp onderscheiden moeten worden. Christus

was ook waarachtig mensch, en kon,

als mensch, niet anders dan menschelijke kennis van God den HEERE bezitten. Als wij lezen in Mark. 13 32: „Van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader," dan gevoelen wij, dat Christus naar Zijne Godheid zeer zeker van dien dag en die ure weet, :

maar

slechts

2:52

staat

:

niet naar Zijne

menschheid.

En

als in

Lukas

„Jezus nani toe in wijsheid, en in grootte, en

genade bij God en de menschen," dan weet ieder, dat, de Godheid genomen, er geen sprake kon zijn van in wijsheid toe te nemen, en dat hier gedoeld wordt op de wijsheid van Jezus als waarachtig mensch. Naar Zijne Godheid bezit de Christus de eeuwige en volle zelfkennisse Gods, omdat Hij is de Vader der eeuwigheid, en Zijne uitgangen zijn vanouds, van de dagen der eeuwigin

naar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 174

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's