GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 247

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 247

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE EIGENNAMEN GODS.

245

naam ontvangen, om daarmede aangeduid en aangeroepen worden, dan zou dat ook een naam moeten zijn, die

te

gaf aan

uiting

al

de

Godsgedachten,

die

daar

zijn

ter

beschouwing van het Eeuwige Wezen, hetwelk wij God noemen. En zoo'n naam is er niet. Toen Jakob bij Pniël met God worstelde, vroeg hij: „Geef toch Uwen Naam te kennen!" waarop geantwoord werd: „Waarom is het, dat gij naar Mijnen Naam vraagt?" En ook Manoach, bij de aankondiging van Simson's geboorte, vraagt aan den Engel des HEEREN: „Wat is Uw Naam ?" waarop deze antwoordt „Waarom vraagt gij dus naar Mijnen Naam? Die is toch Wonderlijk." (Richt. 13: 18.) Het sterkst wordt deze gedachte, dat er geen naam te noemen is die de volheid van het Wezen Gods uitdrukt, in Spr. 30 4 uitgesproken: „Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijne vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? :

:

Wie

heeft al

naam, en hoe

de einden der aarde gesteld? is

Niettegenstaande allerlei

is

dat

is

Hoe

is

Zijn

Zijns Zoons? zoo gij het weet." toch de Heilige Schrift vol van

Namen

maakt aan Dit

naam

de

Gods, waarmede de Heere Zich Zelven bekend Zijn volk en waarbij Hij wordt aangeroepen.

echter juist de waarheid die wij te belijden hebben,

God

van namen Zich openbaart, ten einde om daarin te worden gediend in gebeden en gezangen. Dat God Zijn Naam in veelheid van namen openbaarde, is ten behoeve van den mensch. De oudste Godgeleerden spraken dan ook alleen en uitsluitend van de Namen Gods, daaronder saamvattende alles wat van God kenbaar was. Zelfs de deugden of eigenschappen werden Namen Gods genoemd. De onderscheiding tusschen eigennamen en deugden is van later tijd. Men placht voorheen te zeggen alle kennisse Gods vangt aan bij dat

in veelheid

daardoor Zich bekend te maken,

:

Zijne

Namen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 247

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's