De band des verbonds - pagina 164
VAN HET GELOOF.
l6o
Hem
was niets onmogelijk. Maar gewonen gang van zaken, Jezus zich van het verrichten van wonderwerken onthield daar, waar het wondergeloof ontbrak, omdat Hij Zijne weldaden Hij
God, en voor
is
het beteekent, dat, naar den
niet
opdringen
wilde
aan hen
die
er
niet
van gediend
waren.
Immers gelooft,
een Martha en Maria heette het: „Indien gij zult de heerlijkheid Gods zien." Zij geloofden
tot
gij
geloovende,
maar ook wondergeloovend, en zoo aanschouwden zij, als wonder, de opstanding
van Lazarus
uit
zeer zeker zaligmakend,
de dooden.
II.
HET TIJDGELOOF. Maar is
die in steenachtige plaatsen bezaaid
degene, die het
Woord
met vreugde ontvangt.
Doch
zelven,
maar
wortel
in
zich
verdrukking
en
als
des
Woords
wil,
of
deze
is,
hoort, en dat terstond hij is
heeft geenen
voor een
zoo wordt
hij
tijd ;
komt,
vervolging
om
terstond geërgerd.
Matth.
13
:
20,
21.
de behandeling van het wondergeloof komt de bespreking van het tijdgeloof aan de orde. Ten minste, als men zich houdt aan de volgorde, door Jezus gegeven in de bekende gelijkenis van den zaaier. Daar
Na
wordt het tijdgeloof vóór het historisch geloof geteekend. De zaaier gaat uit om te zaaien; een deel van het zaad valt bij den weg en wordt door de vogelen opgegeten; een ander deel valt op steenachtige plaatsen, en dit is het beeld van het tijdgeloof; een ander deel valt in de door-
toch
nen,
en hierbij wordt op het historisch geloof gedoeld;
en^
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's