GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 201

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 201

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET WEZEN GODS. eeuwig

Hij

is,

nooit

geworden

is,

199

want „Ik Zal

Zijn

Die Ik

de naam des Wezens van Hem, die is, die was komen zal, en dies de eeuwig Zijnde is. en die Men kan ook op andere wijze eene bepaling geven, n.1. Zijn Zal"

is

door de verschillende deelen te beschrijven (de descriptieve). b.v. gevraagd Wat is een mensch ? dan kan ik antwoorden de mensch is een wezen, dat bestaat uit ziel en lichaam de ziel bezit twee vermogens, verstand en wil, het

Wordt

:

:

;

lichaam bestaat

romp en ledematen,

uit hoofd,

enz.

Het kan

ontkend worden, dat op deze wijze wel iets van God te zeggen is, n.1. dat Hij is geestelijk, eeuwig, almachtig enz. Maar deze bepaling (de descriptieve) stuit ten slotte op deze Schriftuitspraak „Zult gij tot de volmaaktheid toe den niet

:

Almachtige vinden?" want

zij

is

altijd

Dan komt men

hoogst onvolledig en

zeggen God Doch dat is negatief, want daarmede wordt gezegd wat God niet is, en te gelijker tijd het ondoenlijke gevoeld om te zeggen wat God wel is, en bij het geven van eene bepaling komt het juist daarop aan. Hij is een Wezen. Want die tot God komt, moet geloo ven, dat Hij is. Dat God is, is een zaak des geloofs, en het geloof is een bewijs der zaken die men niet ziet. Al wat is, heeft een wezen. En God, die is, heeft niet een wezen, maar is het Wezen, het groote, almachtige, aanbiddelijke Wezen, algeheel gebrekkig.

er toe, te

:

onzienlijk, onveranderlijk, oneindig.

is

het Opperwezen, oneindig verheven boven alle andere wezens

hemel en dragende door de almogende Goddelijk, onbegrepen, in menschelijke taal

die aanzijn en bestaan hebben, en te gelijker trjd

met kracht van aarde,

niet

is,

al

Zijn

wat daarin

is,

nader te bepalen Wezen.

Want wie van de menschen weet hetgeen des menschen dan de geest des menschen, die in hem is? Alzoo weet

ook

niemand hetgeen Gods

En

al

wat wij wel weten, geschonken zijn.

is,

dan de Geest Gods. (ICor.

zijn

2

:

11.)

de dingen die ons door God

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 201

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's