GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 33

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ONBEGRIJPELIJKHEID GODS. het niet." (Job 36 is

hoog,

Uwen

ik

kan

Geest?"

:

26.)

„De kennis

er niet

(Ps. 139

:

bij.

6 en

is

Waar

7.)

Het is

31

mij te wonderbaar,

zij

zou ik heengaan voor zooals wij in Ps. 18

:

12

lezen: „Duisternis zette Hij tot Zijne verberging."

Ook meer leerstellig of dogmatisch wordt deze waarheid van de onbegrijpelijkheid Gods in de Schrift ons voorgehouden. Als de Heere Jezus uitspreekt (Joh. 3 13) „Niemand is opgevaren in den hemel, dan die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des menschen, die in den hemel is," dan wordt daarbij niet gedoeld op de hemelvaart van den Zoon des menschen, gelijk men oogenschijnlijk zeggen zou, maar dan bedoelen die woorden „niemand is opgevaren in den hemel" zeer bepaaldelijk dit: dat niemand met zijn verstand is binnengedrongen in de verborgenheden des hemels, en dat wij van die hemelsche geheimen niets meer weten dan Hij, die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des menschen, ons heeft willen openbaren. Van God en Goddelijke zaken erlangen wij alleen en uitsluitend kennis door openbaring van Godswege, en daarop richt zich het geloof. Zooals wij in gelijken zin in Spreuken 30:4 lezen: „Wie is ten hemel opgeklommen en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijne vuisten verzameld ? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden :

der aarde gesteld

?

Hoe

is

Zijn

Naam, en hoe

:

is

de

Naam

Zijns Zoons, zoo gij het weet?"

God gende

is

onbegrijpelijk, en in Zijn onbegrijpelijkheid dwin-

aanbidding van Zijn Goddelijke majesteit. Dat doet Paulus in I Tim. 6 16 van Hem getuigen: „Die alleen tot

:

onsterfelijkheid

heeft,

en een ontoegankelijk licht bewoont ;

denwelken geen mensch gezien heeft, noch zien kan, welken zij eer en eeuwige kracht. Amen." Voor den mensch, die met zijn aardsch verstand, met zijn beperkt kenvermogen onmogelijk ten hemel kan opklimmen, woont de Eeuwige in

de eeuwigheid, en de Onbegrijpelijke in een ontoeganke-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's