GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 341

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 341

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE HEILIGE DRIEËENHEID. genoemd wordt,

339

door karakter, kracht of talent uitblinkt

als hij

boven anderen, daar belijden wij, met Athanasius, dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest hebben ééne Godheid, gelijke eere, gelijke eeuwige heerlijkheid, en dat in deze Drieheid is niet eerst, noch laatst, niet meest, noch minst, maar dat de gansche drie Personen hebben gelijke eeuwigheid, en zijn malkanderen alleszins gelijk.

Wordt bedacht, dat het dogma der Drieëenheid is opgekomen in de Grieksch-Oostersche Kerk, en van daar is overgebracht het

de Westersch-Europeesche,

naar

dan heeft

waarde, te weten, dat het woord „persoon" de

groote

is van het Grieksche „prosopon", dat in geenen deele individu of iets daarmede overeenkomende

Latijnsche vertaling

maar zeer

beteekent,

zien voor

aangezicht

bepaaldelijk

beduidt, en door de Grieksche

dit

Kerk met

of

aan-

voorliefde

om dit te ver„aanschijn des

mysterie gebezigd werd. Wij lezen,

duidelijken,

in

waar

hemels",

16:3 van

Matth.

het

het Grieksch juist even hetzelfde

in

woord

dogma der Drieëenheid voor Persoon gebezigd wordt, doch hier door „aanschijn" vertaald, en dat dus den zin heeft wat van iemand of iets openbaar wordt, en de indruk, dien het naar buiten op anderen maakt. Dat deze opmerking niet van belang ontbloot is voor gelezen wordt als in het

:

het

recht

met

het

blijken,

ook

der

Heilige

Drieëenheid,

in

mag

verband hieruit

Nederlandsche taal het woord gebezigd wordt voor de uitwendige open-

dat

„persoon"

van het woord „persoon"

verstand mysterie

in

onze

baring van iemands innerlijk leven. Wanneer een mensch een merkbare verandering heeft plaats gegrepen, en zijn tegenwoordig leven anders is dan het vroegere,

bij

dan pleegt men te zeggen: „hij is een gansch ander persoon geworden", terwijl hij toch als mensch dezelfde is gebleven. Met name wordt in Rom. 7 van Gods kind, dat in zich een „ouden" en een „nieuwen mensch" voelt worstelen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 341

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's