Van de kennisse Gods - pagina 126

DE NATUURLIJKE GODSKENNISSE.

124

gekomen zijn. Maar voor den Pantheïst bestaat geen kwaad, want alles is Goddelijk en dus goed. De dood is hem dan ook geen oordeel Gods, geen bezoldiging der zonde, doch slechts een rustpunt in het proces van eindelooze ontwikkeling, hetzij dat de mensch overga tot een hoogere bestaanswijze, hetzij dat hij in het oneindige worde opgenomen, en terug vloeie in het Wezen, waarvan

heiligheid eigenlijk

hij

is

Het tot

uitgevloeid. is

waar, het Pantheïsme

leidt,

meer dan het Deïsme,

een ontwikkeling van de kennisse Gods, maar

in gelijke

mate toont het ook zooveel te meer het averechtschc, het verkeerde en onheilige van die ontwikkeling aan.

VI.

ZUIVERE ONTWIKKELING.

Het Christel

ij

Theïsme.

k

Ben Ik een God van en niet een in

Ik

nabij, spreekt

God van

verborgene plaatsen

hem

niet

de

HEERE,

Zou zich iemand kunnen verbergen, dat

verre

?

HEERE;

zou zien? spreekt de

vervul Ik niet den hemel en de aarde? spreekt

de

HEERE. JEREMIA 23

:

23,

24.

Het Deïsme, het nuchter-koele stelsel, dat God van Zijn Schepping losmaakt en den mensch van de gemeenschap zijns Gods berooft, en het Pantheïsme, dat, wel is waar, die gemeenschap schijnbaar laat bestaan, maar haar ontheiligt in

grenzenlooze oneerbiedigheid, door Schepper en schepsel

den mensch een deel der Godheid zelve te doen zijn, om in het onbestemd Al-Eene alle Goddelijk en menschelijk leven op te lossen, brachten beide een gering te vereenzelvigen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen