GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 224

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 224

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN HET GELOOF.

2 20

Gods, ons zeker het eeuwige leven durven beloven, en niet bevreesd zijn voor dood en verdoemenis."

liefde

VoETius,

in zijn „Catechisatie over

Catechismus" de kennisse voerig besproken hebbende,

den Heidelbergschen

des geloofs

eerst breed-

stelt daarna de vraag: „Wat wordt er nog meer vereischt?" om dan te antwoorden: „eene particuliere toestemming en verzekering." Die particuliere toestemming wordt door hem beschreven daarin te bestaan, „dat ik niet alleen weet en geloof dat er een God is, maar dat Hij mtj'n God is niet alleen weet en geloof dat de Heere Christus een Zaligmaker is, een Zaligmaker van anderen, of van alle de Zijnen, maar viïjn Zaligmaker." Zoo wordt Christus door het geloof aangenomen, en weten wij ons in Hem voor God rechtvaardig. Het is niet door bijzondere openbaringen, maar door den gemeenen Geest des geloofs en door den Geest van Christus, die in de Zijnen werkt, dat de geloovigen tot deze particuliere toestemming op de algemeene aanbieding des heils komen, want die den Geest van Christus niet heeft, komt Hem niet toe. En dan stelt Voetius de vraag „Wat volgt uit deze particuliere toepassende kennis en verzekering?" om op die vraag te antwoorden: „een heerlijk vertrouwen, namelijk, dat alle mijne zonden om Christus' wil vergeven zijn en dat ik derhalve zekerlijk en gewisselijk zal zalig worden." Dus het heerlijk vertrouwen volgt uit de verzekerdheid, ;

:

vloeit

er uit voort,

is

er de vrucht van.

En om

hierin niet

misverstaan te worden, dat de verzekerdheid voorafgaat en het

vertrouwen volgt, wordt de vraag duidelijk gesteld: dit vertrouwen daar wel zijn, zoo wanneer dat funda-

„Kan ment

niet

gelegd

Zaligmaker,

deze vraag

is

(n.1.

God

is

mijn God, Christus

is

7mjn

Zijne verdiensten zijn inijn verdiensten)?" en wordt door Voetius ontkennend beantwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 224

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's