GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 250

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 250

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NAMEN GODS.

!48

voor de moeilijkheid konden vinden, trachtten dezen tekst te vertalen door hem vragenderwijs te stellen: Ben Ik hun niet met Mijnen naam HEERE bekend geweest ?

anders

Doch zulks is niet geoorloofd. Het is boven allen twijfel verheven, dat de God van het Verbond der genade reeds met Zijn bijzonderen Jehovahnaam bij en door de Zijnen gekend was. En zulks niet omdat die naam in het boek Genesis herhaaldelijk voorkomt, want daartegen zou men kunnen aanvoeren, dat dit boek door Mozes geschreven is, en dat Mozes, dien naam door bijzondere openbaring aan

van maakte omdat Eva,

in

hem kennende,

hem geschreven

de door

er gebruik

boeken. Maar wel.

als zij haar eerste kind ter wereld brengt, hem, verkeerde toepassing der Verbondsbelofte, Kaïn noemt, zeggende: „Ik heb eenen man van den (Jehovah) in

HEERE

Eva dien naam, Genadeverbond geopenbaard, reeds kende en gebruikte. Het is niet zoo, dat Mozes verhalenderwijs deze woorden Eva op de lippen legt, maar Mozes geeft weer, wat Eva

verkregen." Daaruit blijkt overduidelijk, dat in het

werkelijkheid gesproken heeft.

in

we

dat

in

Gen.

4

:

26

men begon den Naam

lezen,

Voegen

wij hieraan toe,

dat in de dagen van Enos

HEEREN aan te

roepen (hetwelk openbare godsdienstoefening te houden met aanroeping van Jehovah), dan is hiermede een tweede bewijs geleverd, dat deze heerlijke Naam niet voor het eerst aan Mozes is geopenbaard. En wat alles afdoet, is toch wel dit, dat de HEERE Zelf aan Abram zegt: „Ik ben de HEERE beteekent

des

:

(Jehovah), die u uitgeleid heb uit

Ur

der Chaldeën." (Gen.

Dus Abraham, Izak en Jakob hebben dien naam uitnemend wel gekend. Merken wij ten overvloede nog op, 15

dat

:

7.)

de

HEERE,

van

uit

het braambosch, dien

Naam

aan

Mozes openbaarde,

juist

door vertrouwen

het volk Israëls zou verkrijgen. Mozes

gevoelde het,

bij

dat

opdat

de kinderen

Mozes daarmede en daarIsraëls, als hij tot

hen zou

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 250

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's