GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 269

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 269

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE EEUWIGHEID GODS.

267

op den tijd wordt verkregen, wondere oogenblikken dat door geen tijd is, doordat zij ware er voor de ziel als het zich boven den tijd verheft, maar aan die bange oogenblikken dat zij onder den tijd raakt. Daar zijn van die gevallen in het leven, in oogenblikken van benauwdheid en dreigend doodsgevaar, dat het schijnt, alsof de tijd niet dan kruipen de dagen, rekken zich de voorbij wil gaan uren, en men heeft eene gewaarwording alsof de seconden uren duren, en de uren gelijken wel eeuwen. Bij een schipbreuk, bij een doodelijke ziekte beleeft men de seconden als uren, en dan wil de tijd niet voorbij. In de verveling van een slapeloozen nacht zou men den tijd wel willen voortduwen, en schijnt het ons toe, alsof de minuten uren zijn. Dan is de tijd ons te machtig, dan zijn wij onder, en de tijd is boven. Men heeft in vroeger dagen wel eens gezegd, dat het zoo in de hel, de plaats der eeuwige verdoemenis, moest zijn, vanwege de onuitsprekelijke bangheid en benauwdheid. In den hemel het eeuwige leven, waarin men

Een gansch andere te

denken

niet

blik

aan

die

;

den

tijd te

boven

is

;

in

de hel de beangstigende

verdrijven noch dooden kan.

Men

tijd,

dien

men

spreekt er wel eens van,

een macht wordt die ons overweldigt, om hem In de hel zal, te verdrijven, ja zelfs om den tijd te dooden omgekeerd, de tijd de verlorenen eeuwig dooden, in bangals

de

tijd

!

heden,

benauwdheden en zielskwellingen, waaraan nimmer

een einde komt.

Men

beschrijft

God de Heere,

deugd, waardoor zonder begin en zonder einde, en zonder

de eeuwigheid Gods

als die

opeenvolging van oogenblikken, tegelijk bestaat. De Goddeeeuwigheid kent niet alleen geen begin en geen einde,

lijke

maar weet ook van geen verleden, heden en toekomst. In den tijd spreekt men van voorheen en daarna, van vroeger en van later, maar in de eeuwigheid Gods valt al zulk onderscheid onverbiddelijk weg. De Zone Gods getuigt van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 269

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's