GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 306

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 306

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE DEUGDEN GODS.

304

komt de tegenstelling tusschen God en mensch en wordt duidelijk, dat men slechts tot op zekere hoogte van mededeelbare deugden of eigenschappen kan spreken, gelijk meermalen door onze Godgeleerden is opgemerkt. Immers de mensch komt tot kennis zijner zaken Hierin

weer

op

uit,

drieërlei

manier,

n.1.

of door persoonlijke ervaring en

ondervinding, of door logische redeneering van uit bekende gegevens, of door mededeeling van anderen en het hechten

Deze driedubbele wijze om tot kennis te komen, waaraan de mensch gebonden is en waaruit hij kiezen moet, valt bij den grooten God van hemel en aarde ten eenen male weg. De Heere weet alle van

geloof daaraan.

zijn

dingen, maar niet door waarneming, noch door redeneering, noch door geloof. Hier mogen wij wel met den Apostel

„Wie heeft den zin des Heeren gekend ? of wie raadsman geweest?" Wij weten, dat Gode al Zijne werken van eeuwigheid bekend zijn. God weet alle dingen krachtens Zijn Raad en Besluit. Al wat er geschiedt en plaats grijpt, vloeit uit dien eeuwigen Raad voort, en het geschiedt op het van eeuwigheid bepaalde oogenblik, en op uitroepen

is

:

Zijn

de door

God gewilde

wijze, naar het Goddelijk Besluit.

weet hoe het huis er plan weet hoe de gelijk uitziet, vesting is aangelegd, gelijk een schilder uit zijn idee weet wat zijn schilderij vertoont, zoo weet God de Heere van alle eeuwigheid af uit Zijn Raad en Besluit, als het gemaakt bestek van al Zijn werk, alle dingen in den hemel, op de Gelijk een architect uit zijn bestek

een

generaal

uit

zijn

de hel. Hij heeft bescheiden de tijden, te voren verordineerd, en de bepaling van onze woning. (Hand. 17 26.) Dit neemt niet weg, dat God zeer zeker de werken Zijner handen beschouwt, dat de oogen des Heeren de gansche aarde doorloopen. Doch dit is niet een waarnemen der dingen, om door middel van die waarneming wetenschap te verkrijgen. Ganschelijk niet, want God weet alles van aarde en

in

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 306

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's