GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 176

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 176

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BIJZONDERE OPENBARING.

174

engelen

18 10 „Ik zeg ulieden, dat hemelen altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, die in de hemelen is." Van de uitverkorenen onder de menschenkinderen lezen wij, als zij eenmaal zullen zijn ingegaan in den hemel der heerlijkheid: „Zalig zijn de reinen van harte, want zij zullen God zien. 9 (Matth. 5 8.) Zonder heiligmaking zal niemand den HEERE zien. (Hebr. En het zielsverrukkend ideaal van den vrome \2 14.) hier op aarde is: „Ik zal Uw aangezicht in gerechtigheid aanschomven, ik zal verzadigd worden met Uw beeld, als ik zal op waken." (Ps. 17 Immers Job spreekt 15.)

lezen

wij

hunne engelen

in Matth.

in

:

:

de

:

:

:

het

om ik

dat

uit,

zijn

nieren

God

in

zijn

schoot

zeer

verlangen

aanschouwen „Den welken voor mij aanschouwen zal en mijne oogen zien zullen" uit

(Job 19

zijn

:

26,

vleesch

te

27).

Deze „Godskennisse der aanschouwing"

in het betere en hemelsche vaderland is de heerlijke en volmaakte kennis, waartoe de vromen op deze aarde niet kunnen geraken,

want

hier

rede,

maar

als door een spiegel in eene duistere eenmaal het deel zal zijn van allen, die „hemellingen" genoemd worden. Dan zal het volmaakte gekomen zijn, en dan zal hetgeen ten deele is, te niet gedaan worden.

zien

wij

die

En

ten slotte bespreken wij de wetenschap der heiligen op de aarde zijn. Zeer eigenaardig wordt deze door oude schrijvers genoemd, somtijds de „Godskennisse der die

reizigers"

(theologia viatorum), als zijnde de Godskennis

van hen die op reis zijn naar het hemelsche vaderland, in tegenstelling met de Godskennisse des vaderlands, zoo juist besproken, maar meestal de „Godskennisse der loopbaan" (theologia stadii), omdat de geloovigen in dit leven, in Gods Woord, meermalen geteekend worden als loopende in de loopbaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 176

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's