GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 121

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

AVERECHTSCHE ONTWIKKELING. (PANTHEÏSME.)

I

19

beschouwing van het Wezen Gods. Als dat zoo was, dan kon ook niet langer worden staande gehouden, dat God slechts de Ziel in en van de menschheid was, maar moest ook het Monisme op God toegepast worden door het proclameeren der éénheid van de Wereldziel met de stoffelijke wereld zelve. Het vijandig dualisme van stof en geest, ziel en lichaam werd uitgeruild tegen het harmonisch Monisme, dat naar saamhoorige eenheid van het zienlijke en onzienlijke greep. God was niet langer slechts de eenheid van het geestelijke en onzichtbare in de wereld, maar Hij was ook de wereld zelve, in haar volheid, in haar geheel en do stoffelijke schepping was het lichaam Gods. Evenals de mensch naar ziel èn lichaam, zichtbaar èn onzichtbaar bestaat, zoo moest er ook een geestelijke, onzienlijke, èn een stoffelijke, zienlijke existentie in God zijn. Want dit is de wet van het religieuse denken van den gevallen zondaar, dat hij zich een God maakt, zij het in gesneden beeld of in gedacht beeld, naar zijn hart, ;

naar

en

beeld

zijn

gelijkenis.

Het oude Pantheïsme

predikte het „Al godisme" alleen ten opzichte van de geestelijke

wereld, het latere Pantheïsme, de consequentie van het

beginsel

het

geestelijke,

wordt,

en

al

om

betrachtend

óók toe op het

in

stoffelijke,

maar ook

in al het stoffelijke.

omdat het God óók het

voor

stoffelijke

God te zien, paste het en zag God niet alleen in al alles

de

in

God

stoffelijke

erkent,

Dit stelsel

wereld zoekt,

het kosmologisch

Pantheïsme genoemd.

kwam Giordano Bruno Eindelijk

het

nieuwere Pantheïsme op, waarvan

de wegbereider en Spinoza de vader was, en bracht de gedachte der Immanentie, het „in-zijn" Gods in het heelal,

zoeken tot

in

het

tot

ontwikkeling.

Was

stadium van hare averechtsche

de ééne Wereldziel

de leer dat

zichtbare

laatste

het Pantheïsme begonnen met

óók

al

het

;

God

te

schreed het vervolgens voort stoffelijke

verschijning; het eindigde

God

was, in

zijn

met de loochening dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's