GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 273

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 273

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE EISCH DER HEILIGMAKING.

269

der Arminianen, die de werking der heiligmaking aan den mensch zelven toekenden, en zoodoende God in de eere

genade te kort deden. de tweede plaats was het noodig, en dat deden wij in ons vorig artikel, te wijzen op allerlei onderscheidingen die bij het stuk der heiliging en heiligmaking gebezigd Zijner

In

worden,

opdat

misverstand

wierd afgesneden, en het ver-

krijgen van het rechte inzicht bevorderd.

Thans gaan wij er toe over, te handelen van de heiliging engeren zin, ook wel ter nadere onderscheiding in het bijzonder de heiligmaking genoemd. Hierbij zetten wij dan uiteen éénerzijds, hoe de heiligmaking een weldaad van het Genade-v erhond is, en derhalve als een genadedaad van den Bonds-God is te eeren anderzijds ook, hoe zij, vermits in alle verbonden twee deelen begrepen zijn, twee stukken bevat. Laat ons beginnen met een oude definitie van de heiligin

;

making

te

geven, die b.v.

bij

een

A Marck, een onzer beste

godgeleerden, gevonden wordt. Deze

schrijft:

„De heiligmaking zeggen wij te zijn een weldaad des Genadeverbonds, door welke God de uitverkorenen, van Hem geroepen en gerechtvaardigd zijnde, wel door den uiterlijken dienst van Zijn Woord en Bondszegelen, maar meest door de inwendige genade van Zijnen Geest dagelijks van de aangeborene verdorvenheid der zonde meer bevrijdt, en aan Zijn Beeld gelijker maakt, welke in den dood in hen zal worden volmaakt, opdat zij zoo door goede werken hunne eigene zaligheid, hunner naasten stichting, en de eere :

Gods mogen bevorderen." Vraag 1 1 3 van den Heidelbergschen Catechismus geeft duidelijk het wezen en karakter der heiligmaking aan „dat ook de minste lust of gedachte tegen eenig gebod Gods in ons hart nimmermeer kome, maar dat wij te allen tijde :

van ganscher harte

aller

gerechtigheid hebben."

zonden vijand

zijn,

en

lust tot alle

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 273

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's