GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 342

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 342

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE HEILIGE DRIEËENHEID.

340

het twcepcrsoonlijk leven geteekend. In dit verband wordt

de beteekenis van het woord „persoon" ten opzichte van de Heilige Drieëenheid nog het meest duidelijk gevoeld. Want zooals een kind van God in zijn zondig en wedergeboren leven en

leeft,

zoo

en

heiligheid

antithetisch

leeft

God

tweepersoonlijk

Drieëenig,

maar dan

in

bestaat

vlekkelooze

volkomen harmonie, driepersoonlijk.

Doch omdat deze opvatting van

„persoon", die niet anders

bedoelt dan eene manier van bestaan aan te duiden, weer-

gegeven door „aanzien" of „aanschijn" (prosopon), bij misverstand, lichtelijk leiden kon tot de heidensche gedachte van één God met drie „aangezichten", en daarvoor allerminst plaats is in de Christelijke Godsvereering, wezen anderen, ter voorkoming van misverstand, op het woord „hypostasis"

=

zelfstandigheid, dat in Hebr.

het

uit,

:

dat er in het Goddelijk

er bijvoegende,

zijn,

i

3

gebezigd wordt, en spraken

Wezen

drie Zelfstandigheden

dat hiermede eene Schriftuurlijke be-

naming gegeven was voor de gedachte, zoo moeilijk onder woorden te brengen. Altijd

is

het gebleken, uiterst moeilijk te

zijn,

het juiste

woord

te vinden, waarin volle uiting aan de gedachte wordt gegeven, omdat woorden als „persoon" op hoogst onvolledige wijze uitdrukken wat men zeggen wil. De ééne God bestaat en leeft driepersoonlijk.

Onze

Confessie, artikel VIII, spreekt

„dat dit onderscheid niet maakt, dat zij

en

;

God

in drieën

uit,

gedeeld

aangezien dat de Heilige Schrifture ons leert, dat de Vader de Zoon en de Heilige Geest elk Zijne zelfstandigheid

heeft,

onderscheiden door hare eigenschappen

;

doch

God zijn. Zoo

alzoo, dat

het dan de Vader niet is de Zoon, en dat de Zoon niet is de Vader, dat ook insgelijks de Heilige Geest niet is noch de Vader, noch de Zoon. Intusschen, deze Personen, zóó onderscheiden, zijn niet gedeeld, noch ook ondereen vermengd. Want do Vader heeft het vleesch niet aange-

deze drie Personen maar één eenig openbaar,

dat

is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 342

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's