De band des verbonds - pagina 108

VAN DE ROEPING.

I04

III.

HET SCHEPPEND ROEPEN GODS. God, die de dooden levend maakt en roept de dingen die niet

zijn, alsof zij

waren.

RoM. 4:17.

De

is nu behandeld. Zij komt eensmenschen door de veelzijdige sprake Gods de Natuur, „opdat zij niet te verontschuldigen zouden

deels in

uitwendige roeping

tot

alle

komt anderdeels des Woords komen.

zijn".

Zij

De Natuur Goddelijkheid, die vloek

De

roept luide uit

en

tot allen die

onder het gehoor

Gods eeuwige kracht en

predikt ook den vloek,

getemperd

is

zij

Zijne

het ook, dat

door stuitende genade.

Heilige Schrift openbaart de volheid der genade door

het bloed des kruises, het blijde Evangelie door den Zoon van Gods eeuwig welbehagen, als Middelaar van het Verbond der genade en verzoening. Maar daar komt nu nog tweeërlei bij, waarover thans nader dient gehandeld te worden. Het is wat gemeenlijk de inwendige roeping genaamd wordt. En deze valt, gelijk de uitwendige, op haar beurt ook weer in twee deelen uiteen. In dit artikel spreken we over het eerste stuk van de inwendige roeping, en in het volgende over het andere.

de uitwendige roeping blijkt steeds, dat, alhoewel zij komt, de natuurlijke tot alle menschen, en de Schriftuurlijke tot zeer velen (volgens den tekst: „want velen zijn geroepen"), toch lang niet allen haar hooren, veel minder aan haar Bij

roepstem gehoor geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen