Van de kennisse Gods - pagina 152

DE BIJZONDERE OPENBARING.

150

de HEERE verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst." Thess.

(II

2

:

8.)

III.

INNERLIJK HERSTEL. En

aangedaan hebt den nieuwen mensch,

die

vernieuwd wordt

tot kennis, naar het

evenbeeld Desgenen, die heeft.

Dank

zij

hem geschapen

Coloss. 3

:

10.

de stuitende actie der Gemeene Gratie, die het

mensch bewaarde en de volle doorwerking van het kwaad van het aardrijk afwendt, is het ook voor den gevallen zondaar nog mogelijk, eenige kennisse Gods van nature en uit de Natuur te verkrijgen. Doch waar de ontredderde, met vloek beladen aarde de openbaring niet meer klaarlijk, als voorheen, ontvangt, en in des zondaars menschelijke

verdorven

in

den

natuur

nauwelijks eenige kleine vonkskens van

oorspronkelijke heerlijkheid gloren bleven, daar

is

die kennis

gansch gebrekkig en zeer onzuiver geworden, en heeft geen andere strekking dan om den mensch alle onschuld te benemen en, naar eisch van het heilig recht, voor God doemschuldig te stellen. Wat nu echter niet de natuurlijke, maar de b ij zondere openbaring aangaat, door God den HEERE in het Evangelie Zijns Zoons Jezus Christus gegeven, door den Geest, die de diepten Gods onderzoekt, zoo geldt in den meest absoluten zin de onwedergeborene kan het Koninkrijk Gods zelfs niet zien. Niet krachtig genoeg kan worden uitgesproken, dat de natuurlijke mensch, de zondaar, die dood is in zonden en misdaden, ten eenen male absoluut onbekwaam en on-

hoogst onvolledig,

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen