De band des verbonds - pagina 158

VAN HET GELOOF.

I.

HET WONDERGELOOF. Voorwaar zeg Ik u een

zeggen zal

:

mosterdzaad, :

Ga

heen,

heengaan

;

en

zoo

gij

gij

zoudt

een, geloof tot

hadt als

dezen

van hier derwaarts niets zal

berg

en

!

u onmogelijk

Matth.

17

:

hij

zijn,

20.

bij het Genadeverbond leeft, weet, dat de HEERE in Verbond niet alleen met beloften, maar ook met eischen komt. Ons Doopsformulier drukt dat zoo treffend juist uit daar, waar het derde stuk van de leer des Doops wordt

Wie

Zijn

uiteengezet

„Overmits

verbonden twee deelen begrepen zijn, ook weder van God door den Doop vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid." Wij behoeven hier toch waarlijk niet te herinneren, dat ook in het tweede deel des Verbonds, hetwelk over de eischen handelt, de genade Gods moet worden vastgehouden. Want wie kan uit eigen kracht ook maar het minste volbrengen van wat gevraagd wordt ? Alleen bekwaammakende genade zoo

worden

Gods geeft,

stelt

in

alle

wij

daartoe in staat. Het

van Wien het volk

is

Israëls

God

zijn sterkte heeft.

die krachten Zoodra deze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen