GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 100

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 100

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NATUURLIJKE GODSKENNISSE.

98

Deze tekst zegt meer dan Rom. 19: „overmits hetgeen van God kennelijk is, in hen (d. w. z. in hun gemoed) openbaar is. " Daar toch gaat het slechts over ontschuldigende. "

het

besef,

innerlijk

i

dat

God

bestaat.

In

Rom.

2

:

:

14,

15

daarentegen spreekt de heilige apostel Paulus over de ingeschapen zedewet, als het ware geschreven of ingegrift in

de harten, waar de gedachten der menschen zich mede bezighouden, om te weten wat God van hen eischt; en die de Heidenen tot de erkentenis dwingt, dat God rechtvaardig is, als Hij haar handhaaft en overeenkomstig die wet loon toelegt of straffen zendt. Hij noemt het geweten als eene macht, die den mensch tot zelfinkeer brengt, doet nadenken over Hem, die in die kloppingen der consciëntie zich openbaart, doet vragen wie Hij is, die de zedelijke wereldorde

in

zijn

hart vastlegde;

eene

macht,

die

hem

dat God dien mensch doen aan deze ordinantiën zich onderwierp, en over de oordeelen die de overtreders zullen treffen èn in dit èn in een volgend leven eene macht, die ook hunne onderlinge samenleving beheerscht, invloed heeft op den maatstaf waarnaar zij elkanders daden beoordeelen, en uitkomt in de openbare meening die onder hen geldt: de gedachten

doet peinzen over het goede,

zal,

die

;

onder elkander hen beschuldigende ontschuldigende.

Om

de

trits

of ook

der inwendige, natuurlijke verkregen Gods-

kennis volledig te maken, dient, naast de inspraak van het

gemoed èn de werking der consciëntie, ook nog het redebeleid van het verstand genoemd. Immers de natuurlijke mensch, die in het bezit is van wat wij „gezond verstand" noemen, vraagt zich af, wat de wereld der verschijnselen om hem zijne rede zegt hem, dat er een Oorzaak heen beduidt aller dingen moet zijn, zijn denkend brein poogt dien grooten Oorsprong uit te vorschen, de ingeschapen Godsidee in zijn binnenste geeft als met een vingerwijzing aan, ;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 100

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's