GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

IN MEMORIAM  DR. M. ELISABETH KLUIT 1903-1977

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN MEMORIAM DR. M. ELISABETH KLUIT 1903-1977

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 3 februari 1977 overleed te Deventer Dr. M. Elisabeth Kluit.

Marie Elisabeth Kluit werd op 14 februari 1903 te Utrecht geboren als de jongste van vijf dochters in het gezin van M.E.B.J. Kluit en A.E. Kluit-de Clercq. Reeds in haar vroege kinderjaren verloor zij haar vader. De zorg voor de opvoeding en de verantwoordelijkheid voor de geestelijke vorming van het nog jonge gezin kwamen daardoor geheel te liggen op de schouders van haar moeder.

Na een opleiding aan een H.B.S. voor meisjes te Utrecht, wijdde zij zich aan de studie voor M.0, Geschiedenis en Staatsinrichting, Beide studies voltooide zij, resp. in 1925 en 1928. Korte tijd gaf zij les aan scholen in Bloemendaal en Kampen, terwijl zij daarnaast privë-onderricht gaf. In 1930 trad zij op als secretaresse van het in dat jaar gestichte Réveil-Archief, in 1934, na het behalen van het archiefdiploma en na haar verhuizing naar Amsterdam, tevens als conservatrice van de snelgroeiende verzameling van dit archief, dat was ondergebracht in de bibliotheek van de hoofdstedelijke Universiteit, Door intensieve studie was zij in staat reeds in 1936 een samenvattend werk Het Réveil in Nederland. 1817-1854 in het licht te geven. Naast deze werkzaamheden trad zij in de periode 1936-1939 tevens op als conservatrice van de "Historische Commissie" van de Universiteit van Amsterdam en oefende zij het beheer over de z.g. Zuid-Afrikaanse Bibliotheek, een van de bibliotheekcollecties. Na in wisselende, sinds 1939 ook

bezoldigde, functies binnen de bibliotheek van genoemde Universiteit werkzaam geweest te zijn, werd zij in 1942 belast met het bekeer over de op te richten handschriftenafdeling. Ondertussen liet de academische studie haar niet los. Na in 1939 te Amsterdam het candidaatsexamen in de geschiedenis afgelegd te hebben, behaalde zij aan het eind van het jaar 1945 de doctoraalbul in dezelfde discipline aan de Utrechtse faculteit. Daar vond in 1953 onder leiding van Prof. Dr. P. Geyl ook haar promotie plaats. Haar proefschrift had als titel: Comelis Felix van Maarten tot het herstel der onafhankelijkheid. 9 September 1769 - 6 December 1813. In 1962 volgde haar benoeming tot wetenschappelijk hoofdambtenaar. Om gezondheidsredenen ontving zij daarop in 1966 vervroegd pensioen. Om deze redenen ook beëindigde zij in datzelfde jaar haar werkzaamheden als conservatrice-secretaresse van het Réveil-Archief. Tot haar overlijden bleef zij evenwel lid van het bestuur, sinds 1971 als erelid. Nog in 1970, het jaar van de herdenking van het veertigjarig bestaan van de Stichting "Het Réveil-Archief" verscheen een nieuwe bewerking van haar boek over het Réveil, nu onder de titel: Het Protestantse Réveil in Nederland en daarbuiten 1815-1865.

Hoewel Dr, Kluit zich bij haar studie, gezien het onderwerp van haar dissertatie, ook op ander gebied bewoog, had de studie van het Réveil haar hart. Haar liefde voor het Réveil kwam evenwel niet voort uit een nostalgische hang naar de traditie van het Réveil, een traditie waarin zij zelf, achterkleindochter van Willem de Clercq, door haar moeder was grootgebracht, een traditie ook die zij welbewust aanvaardde getuige het feit dat zij haar eerste

studie over het Réveil, in 1936, opdroeg aan de nagedachtenis van haar overgrootvader en haar moeder, maar veeleer uit een existentiële herkenning en beaming van de spiritualiteit van zovele vertegenwoordigers van het Réveil. Dit is het ook geweest, dat haar schildering van het Réveil in haar eerste boek een eigen kleur en gehalte geeft. In verschillende opzichten zijn er dan ook overeenkomsten aan te wijzen tussen haar tekening van het Réveil en die welke Allard Pierson een halve eeuw tevoren van het Réveil gegeven had. Deze studie werd gevolgd door een rij van verschillende kleinere publicaties. In 1938 gaf zij in het licht een kleine selectie uit de briefwisseling tussen W. de Clercq en I. da Costa, terwijl zij in 1942 in de Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap een deel van de correspondentie tussen C.M. van der Kemp en H.J. Koenen voor een breder publiek toegankelijk maakte. In datzelfde jaar verscheen de door haar verzorgde uitgave van het reisdagboek van J. van Lennep en D. van Hogendorp uit 1823, terwijl in 1962 het verslag van W. de Clercq betreffende zijn reis naar St. Petersburg in 1816, voorzien van een inleiding en toelichtende aantekeningen van haar hand, van de pers kwam. Voorts wijdde zij aan de figuur van O.G. Heldring in 1958 een aparte monografie.

Studie in buitenlandse archieven, waarvan zij zowel mondeling in de kring van het Kerkhistorisch Gezelschap, als schriftelijk in artikelen in verschillende tijdschriften, tussentijdse verslagen gaf, verdiepte haar inzicht in de internationale verbanden waarin het Réveil in Nederland beschouwd behoort te worden. Zo groeide bij haar het verlangen een brede bewerking te geven van haar

eerste boek over het Réveil, waarin aan de genoemde verbanden recht gedaan zou kunnen worden. In 1970 gaf zij de begeerde bewerking in het licht. De overstelpende hoeveelheid materiaal, door haar in deze nieuwe uitgave bijeengebracht, drong helaas dat wat tot het karakteristieke van haar eerste boek behoorde enigszins op de achtergrond.

Naast haar eigen studie van het Reveil nam zij ook op zich het moeizame daglonerswerk van het bewaren, ordenen en inventariseren van particuliere verzamelingen die in het Réveil-Archief werden ingebracht. Voorts organiseerde zij tentoonstellingen en hield zij lezingen in allerlei kringen met het doel het belang van de studie van het Réveil onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Voor velen werd door haar werk de toegang tot de archivaliën ontsloten, terwijl mede door haar inspiratie tal van publicaties verschenen, over diverse onderdelen van de geschiedenis van het Réveil; de door haar opgestelde Jaarverslagen van de Stichting "Het Réveil-Archief" geven daarvan een indrukwekkend beeld.

Dat zovelen zich graag bewogen op het terrein van de geschiedenis van het Réveil in Nederland, hangt ongetwijfeld samen met het feit dat men in de ontmoeting en omgang met Dr. M.E. Kluit in aanraking kwam met het edelste uit de spiritualiteit van het Réveil.

Dr. P.N. Holtrop.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1977

DNK | 85 Pagina's

IN MEMORIAM  DR. M. ELISABETH KLUIT 1903-1977

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1977

DNK | 85 Pagina's