GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bijbelse symboliek op de Canadese oorlogsbegraafplaats op de Holterberg

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Helden of slachtoffers?

Onder de vele monumenten voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog nemen die van de Britse Commonwealth een bijzondere plaats in. De gedenktekens van de Britten zijn in hoge mate gestandaardiseerd. Vanuit een christelijk gezichtspunt zijn vooral het Cross of Sacrifice en de Stone of Remembrance (afb. 1 en 2) belangwekkend.

Deze bijdrage behandelt de Canadese oorlogsbegraafplaats op de Holterberg in het Nederlandse Overijssel. Dit is in meer dan een opzicht een bijzondere plek. De meeste van de hier bijgezette Canadese militairen waren vrijwilligers, die als zodanig een cruciale rol speelden bij de bevrijding van Nederland van de Duitse overheersing. Deze achtergrond roept belangstelling op naar hun motivaties om zich als vrijwilliger te melden en naar de manier waarop achteraf door nabestaanden en anderen zin is gegeven aan hun offer. De begraafplaats is rijk aan tekst en symboliek. Allereerst vallen de elementen in het oog die zijn aangebracht door de ontwerpers van de begraafplaats. Vervolgens zijn er de door de directe nabestaanden in de jaren veertig en vijftig gekozen teksten op de zerken. Tenslotte is er het gastenboek, met reflecties van bezoekers uit latere jaren. Terwijl de begraafplaats zelf en de teksten op de zerken in principe statisch zijn, geeft het gastenboek in de loop van een halve eeuw blijk van een veranderend perspectief. Het accent verschuift van sacrifice (zelfopoffering ten behoeve van anderen) naar victimhood (slachtofferschap). Er is sprake van een toenemende geneigdheid om de jonge gesneuvelden niet als helden te beschouwen, maar als offers van een bitter lot.

Twee visies

Nadrukkelijk aanwezig in de conceptie van de begraafplaats in de late jaren veertig en vroege jaren vijftig is de keus van de herdachte Canadezen. Zonder hun beslissing om het eigen leven in de waagschaal te stellen om de wereld te bevrijden van de nazi-terreur, zou de beschaving ten onder zijn gegaan. Het vrijwillig gebrachte offer verkrijgt daarmee een element van noodzakelijkheid. De gedachte aan slachtofferschap, die zich na de jaren tachtig op enkele plaatsen uitdrukt in het gastenboek, behelst het omgekeerde. De jonge Canadezen waren niet bestemd om zo gruwelijk aan hun eind te komen in een vreemd land. Hun lot roept protest op. Hoewel het hier gaat om een seculiere begraafplaats, valt op dat beide visies raakvlakken hebben met thema's uit de naoorlogse christelijke theologie. De paradoxale verbinding van vrijwilligheid en noodzakelijkheid is een kenmerk van het offer van Christus, en kan dat eveneens zijn op de weg van navolging daarvan. Godfrey Ashby noemt het offer een wezenlijk onderdeel van de betrekking tussen God en mens, en tussen mensen onderling.1 Daartegenover staat de notie van het slachtofferschap, waarin noodzaak plaats maakt voor het besef van iets verschrikkelijks dat nooit had mogen gebeuren. Een willekeurig voorbeeld, uit dezelfde periode als veel teksten in het gastenboek van Holterberg, is Helen Orchards studie Courting betrayal - Jesus as victim in the Gospel of John (1998).2 Niet een hoger en zingevend doel vormt het thema van dit boek, maar Jezus' lijden en slachtofferschap.

De CWGC en Holterberg

Naast kleinere gedenktekens heeft de Commonwealth War Graves Commission (cwcc) wereldwijd meer dan 2500 oorlogsbegraafplaatsen onder haar beheer. Verspreid over honderdvijftig landen worden daar meer dan een miljoen gevallenen herdacht. Daarbij worden de volgende richtlijnen gehanteerd:

waar mogelijk heeft iedere dode een persoonlijke zerk; deze zerken zijn bedoeld om duurzaam te zijn; hun vorm is gelijk, ongeacht verschillen in rang, ras of geloof ('standard commission headstones')

Holterberg is een van de drie Canadese begraafplaatsen die in Nederland worden onderhouden door de cwcc. Het merendeel van de 1355 hier begraven Canadezen sneuvelde in het laatste jaar van de oorlog. Met inrichting van de begraafplaats werd in 1945 al begonnen door hun strijdmakkers. Zij effenden de grote terrassen, voorafgaand aan hun terugkeer naar Canada. Architect van de begraafplaats was de Engelsman Philip Hepworth (1888-1963). Hij werkte op de plek die al was uitgekozen door de Canadese bevelhebber Guy Granville Simonds (1903-1974). Tot de zomer van 1946 werd hier begraven. De bezoeker die de poort passeert, merkt allereerst de zorgvuldig onderhouden tuinen en gazons op.3 Een meter of twintig verderop bevindt zich de Stone of Remembrance. Daarachter beklimt de bezoeker de treden naar de twee 'wachthuizen', in het linker waarvan zich het gastenboek en register bevinden. De graven bevinden zich op terrassen, waarboven zich het Cross of Sacrifice verheft. De constructieve elementen zijn eenvoudig, net als op Commonwealth begraafplaatsen elders in de wereld: ijzer, brons, baksteen en natuursteen. Opvallend zijn de ligging op de flank van een heuvel, de lengteas op de oost-westlijn en de vele cenotafen.

Een kruis boven de graven

Het Cross of Sacrifice is een ontwerp van Sir Reginald Blomfield (1856-1942) en komt voor op iedere Britse oorlogsbegraafplaats voor veertig gevallenen of meer. Blomfield maakte bewust gebruik van een christelijk symbool. Het christendom werd in zijn dagen aangehangen door veruit de meeste Britten. Als onderdeel van een vertrouwde tekentaal bood het kruis de bezoeker de mogelijkheid om de wreedheid van oorlog in een hoger perspectief te zien, zonder de hardheid ervan te ontkennen. De oorlog was verschrikkelijk, maar kon ook deel zijn van de christenplicht en aldus zinvol. Aan het kruis hangt een omgekeerd zwaard in brons, als teken van de strijd die gestreden is. Blomfield had bij het maken van zijn ontwerp moeten denken aan Jezus' uitspraak in Mattheüs 10:34:

Think not that I am come to send peace on earth: I came not to send peace but a sword.4

Het kruis betekent zelfopoffering: een leven dat vrijwillig wordt afgelegd, om voor anderen het leven juist mogelijk te maken. In ultieme zin is dit offer gebracht door Jezus Christus, maar in afgeleide zin ook door degenen die hem daarin zijn nagevolgd. De jonge Canadezen in hun graven zijn athletae Christi geworden, mensen die zijn voorbeeld tot in de bittere consequentie hebben nagevolgd. Hun dood betekent tevens dat Christus' offer nagevolgd is. In de menselijke geschiedenis is het blijkbaar telkens opnieuw nodig dat het ultieme offer wordt gebracht. In deze visie is Christus aanwezig op de begraafplaats, maar incognito. Zijn plaats op het kruis wordt door de gevallenen gedeeld.

De steen van herinnering

Niet overal is de verbinding met de Bijbel zo direct. Een rechthoekig blok graniet draagt het opschrift:

their name liveth for ever more.

Dit sobere gedenkteken is na de Eerste Wereldoorlog ontworpen door Sir Edwin Lutyens (1869-1944). Het komt voor op Britse oorlogsbegraafplaatsen met meer dan duizend bijzettingen. Anders dan Blomfield gaat Lutyens niet uit van een bepaalde geloofsovertuiging. Volgens Jay Winter is hier dan ook geen sprake van een christelijk monument.5 De structuur en verhoudingen zijn streng geometrisch. De tekst is ontleend aan het apocriefe bijbelboek Jezus Sirach (Ecclesiasticus), en citeert daarvan het veertiende vers van hoofdstuk 44: Their bodies are buried in peace, but their name liveth for evermore.6

Kenmerkend voor Lutyens' intenties is dat het eerste deel van het citaat is weggelaten. Deze toevoeging zou immers niet acceptabel zijn voor de hindoes en sikhs, die hun doden niet begraven maar cremeren.7

De vorm van de steen zelf lijkt op die van een altaar in een middeleeuwse kerk. Ondanks de seculiere intentie van Lutyens laat het geheel de mogelijkheid open van een interpretatie vanuit bijbels perspectief. Dit is een altaar waarop Abraham zijn zoon Izaak gelegd zou kunnen hebben - met het verschil dat in dit geval geen goddelijke interventie tussenbeide kwam. De associatie met Abraham en Izaak is op de Holterberg haast onontkoombaar voor wie let op de (gemiddeld) jonge leeftijd van de gesneuvelden. De zonen vielen, en de generatie van hun ouders moest bij de bouw van het monument de zin van dat offer formuleren.

De hierboven genoemde elementen vormen een visuele eenheid. De horizontale rijen graven worden letterlijk overstegen door het kruis. De sleutel voor de betekenisverlening ligt echter in de tekst van Jezus Sirach, en daarmee buiten de christelijke traditie in engere zin.

De plattegrond

Hoewel de gedachte wellicht vergezocht lijkt, bestaat er een duidelijke overeenkomst tussen de plattegrond van deze oorlogsbegraafplaats en die van een traditionele christelijke kerk. De volgende mogelijke overeenkomsten dienen zich aan: - de lengteas van west naar oost; - een 'schip' met zijbeuken; - het bovenste terras als een verhoogd 'koor'; - het Cross of Sacrifice dat oprijst boven het 'altaar'. Architectonische principes die ontleend zijn aan de christelijke bouwkunst willen echter nog niet zeggen dat het monument zelf ook christelijk is. Een betere indicatie daarvoor zijn de door de nabestaanden gekozen teksten op de grafstenen.

De epitaaf op de zerken

Gezien de omvang van het materiaal zal ik mij hier tot het noodzakelijke beperken en verwijzen naar de tabellen hieronder. Het belang ervan is vooral gelegen in de omstandigheid dat deze teksten werden gekozen door de nabestaanden. Zij hadden daarvoor doorgaans 66 lettertekens tot hun beschikking; voor langere teksten moest worden bijbetaald. Het percentage met een religieuze verwijzing in de epitaaf is relatief laag (zie tabel 1). Ook met verwijzingen naar (zelf-)opoffering is de familie terughoudender dan men, gezien het totaalconcept van deze begraafplaats, geneigd zou zijn te denken (zie tabel 2). Tabel 3 demonstreert dat binnen het corpus aan religieuze teksten door de families ook andere accenten gelegd worden dan die in verband met een offer. Duidelijk blijkt dat de visie van de cwgc en die van de naaste familie van de gesneuvelden niet zondermeer identiek zijn. Afsluitende opmerkingen

De beleving van een oorlogsbegraafplaats als de Holterberg hangt mee af van de persoonlijke situatie van de bezoeker. Veel families hebben ervoor gekozen om religieuze referenties achterwege te laten op de zerk van hun zoon of echtgenoot. Zoals boven uiteengezet is dit een algemene begraafplaats (zoals Lutyens' monument demonstreert), maar wel een die een christelijk of tenminste bijbels referentiekader verondersteld (zoals uit het door Blomfield ontworpen kruis blijkt).

De structuurbepalende elementen van de begraafplaats zijn bedoeld om rouw en emotie bij nabestaanden en bezoekers op een hoger niveau te tillen. Daarbij wordt een algemene kennis van Oud en Nieuw Testament verondersteld - zonder die kennis is de beeldtaal van Lutyens en in het bijzonder Blomberg onbegrijpelijk. Dit wil allerminst zeggen dat de mensen die hier begraven zijn zonder uitzondering een christelijke levensovertuiging aanhingen. Zo zijn er van de 1394 graven tien joods (met de Davidsster) en tien zonder kruis. Op de resterende 98% is het kruis wel aanwezig.

De notie van slachtofferschap is op de zerken afwezig, anders dan in de notities van latere generaties in het gastenboek ('What a waste!'). De gedachte aan opoffering viel voor de nabestaanden in de jaren veertig en vijftig blijkbaar beter te dragen dan die aan een veel te vroeg afgesneden jong leven. De notie van het offer staat op de zerken echter menigmaal los van een theologische duiding daarvan. De christelijke elementen zijn op de Holterberg in die zin dominant aanwezig dat kennis daarvan een noodzakelijke voorwaarde is voor een begrip van de inrichting van deze ruimte. Ze zijn echter niet exclusief: nabestaanden en bezoekers worden vrijgelaten in hun eigen duiding.

In deze beschouwing over de Holterberg is één belangrijk aspect tot dusver achterwege gebleven. Degenen die in symbolen en teksten tot ons spreken zijn de na-oorlogse instanties, de families en de bezoekers. Er is een volstrekte afwezigheid van enige uitspraak of duiding door de gesneuvelden. Om in de beeldtaal van het hierboven aangehaalde Genesis 22 te blijven: de op het altaar gelegde Izaaks zwijgen. In de jaren waarin de begraafplaats werd aangelegd, was het vooral de generatie van Abraham die zich uitsprak en de noodzakelijkheid van het gebrachte offer bevestigde.

Jay Winter beschrijft hoe de interpretatie van het verleden meegroeit met de generaties. Ouders komen te overlijden, sommige weduwen hertrouwen, wezen groeien op en er worden kinderen geboren die de oorlog nooit hebben meegemaakt. In de interpretatie van de begraafplaats door de bezoekers wordt dit gestage voortgaan van de tijd weerspiegeld.8 Het gastenregister vermeldt vooral gevoelens van respect en dankbaarheid jegens de gevallenen. Typerend voor de late twintigste eeuw is dat daarnaast ook andere accenten gelegd worden:

'What a waste' en 'No more war'.

In 2008 confronteert de begraafplaats ons met het besef dat de oorlog helaas allerminst is uitgebannen uit de moderne samenleving. Meer dan zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog doen soldaten uit de westerse wereld vrijwillig dienst in landen als Irak en Afghanistan. Sommigen betalen daarvoor de ultieme prijs. Het denken in termen van een offer, wellicht zelfs een noodzakelijk offer, laat zich in de hedendaagse cultuur evenmin vermijden als in die van Blomberg en Lutyens. Een vertegenwoordiger van de gemeente Holten drukte het bij de dodenherdenking in 2004 zo uit:

Freedom is not something you can take lightly. You have to work on it. You have to take care for your fellow people so that they can be free. And only then can you be free yourself. Freedom you have to pass on. That's why we are here. In a world where there is still intolerance, racism, senseless violence and even war. 9


Tibor S. Nagy studeerde in 2006 af aan de Theologische Universiteit Kampen (thans: Protestantse Theologische Universiteit, locatie Kampen). Hij is predikant van de Hongaarse gereformeerde kerk in Kolozsvär, Roemenië.
1 G. Ashby, Sacrifice - its nature and purpose (London 1988) 25 en 102-135.
2 H. Orchard, Courting betrayal - Jesus as victim in the Gospel of John (Sheffield 1998).
3 Voor horticultuur en herinnering in de Britse traditie: Paul Fussell, The Great War and Modern Memory (Oxford 1977), 231-269.
4 De King James Bible (oorspronkelijke editie 1611), waarin dit citaat is ontleend, valt inmiddels ook digitaal te raadplegen: www.kingjames bibleonline.org.
5 Jay Winter, Sites of Memory, Sites of Mourning. The Great War in European cultural history (Cambridge 2005), 104.
6 Ecclesiasticus 44:14 (King James Version).
7 Franky Bostyn, Kristof Blieck, Freddy Declerck, Frans Descamps en Jan van der Fraenen, Passchendaele 1917. Het verhaal van de doden en Tyne Cot cemetery (Roeselaere 2007), 259.
8 Jay Winter, Sites of Memory, Sites of Mourning, 98.
9 W.J. Dalhuisen, Introduction to the Festivities at The Holterberg Canadian War cemetery, on May 4 2000 (Holten 2000).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 december 2008

DNK | 72 Pagina's

Bijbelse symboliek op de Canadese oorlogsbegraafplaats op de Holterberg

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 december 2008

DNK | 72 Pagina's