GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bij den overgang van I886

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij den overgang van I886

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 7 Januari.

Bij den overgang van I886 in 1887 fjleed ons een bange last van de loome, moede schouders.

We dragen thans het juk niet meer.

We zijn nu vrij.

Vergelijken we dan ook de stemming van ons gemoed bij den aanvang van het vorig jaar met die van nu, dan is er een gewaad des lofs voor een „benauwden geest" gekomen en vreugdeolie voor treurigheid.

De kluisters liggen nu voor onze voeten, maar omknellen ons de enkelen niet meer.

De deur van het gevangenhuis ging open, en we staan weer op straat, met Gods vrijen hemel boven ons, en zijn vriendelijk licht spelend in ons zoekend oog.

De harde daad van wie ons vervolgden is voor ons een oorzaak van verlossing geworden.

Met den psalmist in het 107de lied zingt thans Gods volk elkaar zoo van harte in zijn beurtzangen toe:

»Hij voerde hen uit de duisternis en de schaduw des doods en Hij brak hunne banden.

> Laat hen voor den Heere zijne goedertierenheid loven en zijne wonderwerken voor de kinderen der menschen.

»Want Hij heeft de koperen deuren gebroken, en de ijzeren grendels in stukken gehouwen.

»Dies zijn wij verblijd”.

En hiermee is dan ook de bitterheid uit ons hart weggenomen, die niet af kon laten te prikkelen, zoolang het een worstelen man tegen man was.

In het slaggewoel gloort vanzelf de hartstocht op, en in den kruitdamp is altoos getuigd hoe zelfs de lauwste naturen ten leste streden met verbetenheid en woede.

De vaische vermenging dwong u, telkens en bij een ieder er op te wijzen, waarin hij misging en het volk tegen de misleiding der haliblinden te waarschuwen.

Vandaar dat men zijn tegenstander niet sparen kon.

Toen de Heraut optrad, was Irenisch en Gereformeerd nog één van klank en zin. Een meer of minder. En onder den éénen naam van Orthodox vloeiden nog alle wateren ineen.

Wel wisten de kenners beter.

Maar de groote menigte beschouwde de Irenischen nog als even goed orthodox als de Gereformeerden.

De gave dss onderscheids ontbrak.

En toen heeft het jaren arbeids gekost, en is er zeer kras moeten gesproken worden, en kon er niemand gespaard, zou aan die kleurenblindheid van dit kerkelijk Daltonisme een einde komen.

De kenmerken van de ééne en van de andere groep moesten opgezocht. In de geschriften der Irenischen het vaal-verkleurende aangewezen. In hun uitnemendste leidsliedcn het zwakke der persoonlijke positie aangetoond. Duidelijk gemaakt hoe er voor de meerderheid der Irenischen allerlei communicatie met de Groningers en Modeiiicn was , maar hoe naar den Gereformecrjen kant alle deur op slot en grendel zat.

Die arbeid was een bitter zure arbeid; vaak tegen het hart ingaande. Een arbeid die ons persoonlijk veel vriendelijke relatiën gekost heett, en die ons te staan is gekomen op veel bittere vergelding.

Zeer terecht heeft men in Irenische kringen begrepen, dat de Heraut er onbewimpeld naar streefde, om de oogen der gemeente te doen opengaan, voor den afstand die er bestond tusschen hetgeen de gemeente van hen dacht en hetgeen ze werkelijk waren.

En dat die toeleg gelukt is, heeft in hooge mate de verbolgenheid gaande gemaakt.

Vooral schrijver dezes wierd van die ure af de Irenische zondebok.

Hij kon geen goed meer doen.

Er kon geen edeler bedoelen meer bij hem ondersteld worden.

Zoo zwart was geen schaduw, of ze scheen voor zijn naam en persoon nog te lichtgekleurd.

En toch mochten we niet anders.

Ook ons was geleerd: „Wie vader of moeder liefheeft boven mij, is mijns niet waardig!"; en hoe we dus ook onze Irenische broeders liefhadden, we mochten niet, om hen te sparen, aanzien, dat door hun halfslachtigheden en zwevendheden en glibberigheden de zake Gods, eer ze het zelven wisten en tegen hun bedoelen in, verraden wierd.

Er moest gesproken.

De dingen moesten bij hun naam genoemd.

Wat nu uitkwam, toen De la Saussayes zoon op de vergadering van Moderne theologen verscheen. Gunning met Knappert te Amsterdam in forma Bedienaren des Woords ging vormen, Buytendijk een lauwerkrans om de slapen van Hofstede de Groot wond, . en Moquette met Koch den trouwen Van Son en de zijnen ging afzetten, was, toen niemand zulks nog voor mogelijk zou gehouden hebben, voorzien.

Daarom mochten we niet zwijgen.

Op Sions muren gaat het om trouw.

Maar thans is dan, God zij lof, ook aan die pijnlijke kunstbewerking een eind gekomen.

Het masker viel thans, en ieder ziet nu, wat de Irenischen eigenlijk in het schild voerden.

De Heraut kan thans stille zijn.

De zaak wierd thans openbaar.

En nu de Irenischen zich niet meer aan ons opdringen, maar eer ons van zich afstooten, en voor aller oog naast de Groningers en Modernen en ^^^^«öz'^r ons plaats namen, nu vervalt hiermee ook alle oorzaak tot verdere bitterheid.

Ieder strijdt van nu aan onder eigen banier.

Zij verdedigen hun standpunt, en wij zullen het onse handhaven, maar we zitten elkander niet langer op de hielen

Gelijk er op staatkundig gebied eerst lange jaren tegen het Conservatisme moest gestreden worden, om niet in de fusie onder te gaan; maar na het uiteengaan schier geen bitter woord meer gewisseld is; zoo zal het ook hier zijn.

Uiteengegaan, verliest men den prikkel m te toornea.

Dat men het niet eens is, behoeft niet meer gezegd.

Van dit oogenblik af blijft dan ook slechts ééne gedachte ten opzichte der Irenischen ons bezielen, en die is, om ook hun de verlossing toe te bidden, die ze ons door hun harde daad bereid hebben.

Hun toe te bidden, dat er verzoening voor hen zij over de zonde die ze tegen de broederen en in hen tegen hun lieven Heiland begingen.

En hun toe te bidden niet minder, dat ze in de worsteling die ze nu voortaan alleen met de Modernen en Groninger.s zullen moeten voeren, blijk mogen geven van zulk een beginselvastheid en dapperheid, dat ze over beiden triomfeeren.

Laat door hun halve kracht nog schove bij schove voor hooger levensdoel gewonnen worden, ge zult het zien, dan wordt uit deze schoven van lieverlee vanzelf een nieuwe oogst voor de Gereformeerde schure voorbereid.

De hoogere standen herwinnen ze toch niet meer.

En de lagere standen worden vanzelf weer Calvinisti.^ch.

En zoo wenschen we hun bij den ingang van dit jaar geen tegenspoed, maar eer een gelukken op hun arbeid toe.

Slechts één , , ^ing zij wel tusschen ons afgesproken : Op onze hulpe rekenen kunnen ze niet m.eer.

Noch in de Classis. Noch in den Kerkeraad. Noch in de Kiescolleges.

Irenischen en Gereformeerden gaan thans elk hun eigen pad.

En de Heraut, die hiermee van den principieelen strijd overtreedt op practisch terrein, zal zich daarom voortaan noemen : De Her. ut der Gereformeerde Kerken in Nederland.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Bij den overgang van I886

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's