Vrije Universiteit.

Het volk des Heeren begint weer te komen

tot gevoel van

schuld,

en daardoor ook tot

belijdenis

van zonden. Dat mocht ook in de

afgeloopen

week openbaar worden, en stellig

mag als het gunstigste voorteek^n eener naderende

openbaring der heerlijkheid des Heeren

beschouwd

worden, dat op de samenkomsten

der broederen uit alle oorden des lands geen

enkele toon van hooge zelfverheffing werd vernomen,

doch dat in alle toespraken en opwekkingen

tot

meerdere

getrouwheid, de grondtoon

was:

»o, Heere! bij ons de beschaamdheid

der aangezichten, omdat wij tegen U gezondigd

hebben; bij den Heere onzen God de

barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij

tegen

Hem

gerebelleerd hebben." — En zoo

behoort ook onze stemming te zijn. Wij willen

niet

?

met toorn of zelfverheffing neerzien op hen, die thans in kerk en maatschappij onze

tegenstanders

zijn, doch liever belijden: »het

is, omdat Gods volk gesluimerd heeft en

zijn

hoogheerlijke roeping niet heeft verstaan, dat

thans het

ongeloof in de Kerk der Vaderen

vrij spel heeft en de belijders des Heeren vervolgd

en

uitgedreven worden; dat thans op

de Hoogescholen

geleeraard wordt, wat vlak

ingaat tegen het Woord van den levenden God;

dat

thans op de volksschool

de Bijbel verbannen

is als een verboden

boek."

Het zou onmogelijk zóó ver hebben

kunnen

komen, als de gemeente des Heeren een geestelijke

zuurdeesem geweest was ; evenmin als

het onmogelijk is, een goeden gezonden zuurdeesem

in het natuurlijke te beletten het meel

te doortrekken, waarin het is nedergelegd; of

de brandende kaars,

om het vertrek te verlichten,

waarin zij geplaatst is. Of, wat

dunkt

u, zouden onze Evangeliedienaren niet anders

geweest

zijn, wanneer zij hunne opleiding niet

ontvangen hadden aan de Staats-universiteiten,

van mannen,

die óf met

den Christus reeds

lang gebroken hebben, óf althans

den

vollen

raad

Gods

tot

behoudenis

van

arme

zondaren niet meer verkondigen en het Woord

des Heeren

Heeren niet meer erkennen

als

de Openbaring van den drieëenigen Verbondsgod,

waaronder

wij ons hebben te buigen en

waaraan

geen zondig

schepsel ongestraft iets

zal mogen toedoen of afdoen ? Of zouden onze

Staatsmannen

niet anders geweest zijn, indien

zij onderwezen

waren in het antirevolutionair

Staatsrecht, dat zijn wortel heeft

in de Souvereiniteit

Gods? Of onze litteratoren en dichters

wanneer zij

gedronken hadden uit

die

zuivere, onvermengde wateren van Gods overvloedige

genade in Christus, waardoor het hart

met heilige geestdrift en bezieling vervuld wordt

en

het apostolisch woord in praktijk gebracht

om

n. 1.

te

bedenken

»al wat

waarachtig,

eerlijk,

rechtvaardig,

rein,

liefelijk,

welluidend,

deugdelijk

en

loffelijk is? " Of de Geneesmeesters

onzer kranken,

wanneer

zij niet

in

ontkenning

en

geringschatting

van

het

ééne noodige waren

voorgegaan door hunne

leermeesters,

om

alleen

te

leven

bij

de

zienlijke

en

voor het natuurlijk verstand begrijpelijke

dingen;

doch geleerd hadden

om

ook de lichamelijke krankheden in het nauwst

verband te beschouwen met de geestelijke toe->

standen en Jezus Christus te erkennen als den

éénigen, waren Medicijnmeester van ziel en van

lichaam

beide ?

En

dat

er nu een hoogeschool

is, waar het beginsel van Gods Woord

weer

tot

zijn

recht komt,

is

waarlijk geen

stoflfe

tot zelfverheffing,

maar wel tot verootmoediging

; want

zij is er nu eerst sinds tveiftige

jaren,

terwijl

zij

er

reeds

eenige

geslachten

vroeger

had

behooren te

zijn.

En

zij is nog zeer onvolmaakt, want geen geneeskundige

faculteit kan zij ons nog bieden.

Ja,

zelfs moet zij nog jklagen, dat zooveel juristen

.

die bij

haar hoorden, jhaar

onthouden

wor­

­

den, uit gebrek

aan

overtuiging

bij

[ouders

­

en bij kinderen. Doch ook deze dingen zullen

anders worden, wanneer er meer schulderkenning

komt. De Heere heeft het alles in

Zijn

hand,

doch

Hij wil er om gebeden worden.

Wanneer

Hij werkt, wie zal het keeren ? Hij

ontferme zich nog over ons land en volk, en

doe het beginsel van Zijn Woord triomfeeren

over de machten der duisternis !

NB. »De ingekomen giften worden D. V. de volgende week verantwoord:

W. HOVY.

­

­ t

SCHOTSCHE

ZENDINGSKERK.

GODSDIENSTOEFENING. Zondagmorgen, lo uur, A. FüRST. Zondagavond, 6 uur, A. VAN OS. Woensdagavond, 8 uur. Vergadering met de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen