GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Al het reppen van een

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Al het reppen van een

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al het reppen van een Volks\i& x\i is vooral heden ten dage puur Pantheïsme geworden.

Gelijk men weet is het Pantheïsme de leer van het altoos voortgaand, nooit gestoord, alles doordringend proces.

Naar luid van deze leer komtaltoos het een uit het andere voort, het latere uit het vroegere. Er is niets en bestaat niets dan een werking die onverbiddelijk en onveranderlijk van oorzaak op gevolg gaat, om straks op zijn beurt dat gevolg weer tot de oorzaak van nieuwe gevolgen te stellen; en, onder dat voortgaan van oorzaak op gevolg en van gevolg op oorzaak, beweegt zich een altoos volkomener uitkomende, zich meer bewust wordende idee, die, van minder naar meer, van onlouter naar louterder voortschrijdende, voortstreeft naar steeds rijker en reiner volmaaktheid.

Het spreekt vanzelf, dat bij deze beschouwing of voorstellingswijs, alle grens wegvalt.

Waar toch zou de grens zijn, die scheiding maakt.? Een grens breekt de lijn, en de levenslijn onafgebroken storeloos voort te laten loopen, is juist het bezielend element in deze wijze van zien.

Geen grens dus tusschen mensch en dier, maar (altoos door dat storelooze proces) allengs na duizenden wisselingen, de mensch uit het dier voortgekomen; gelijk dat dier weer uit de plant; en de plant uit de stof; en de stof uit de nevelen; en de nevelen uit de etheratomen; en die atomen uit nog dunner atomen; en die dunste atomen tegelijk rustende en zwevende in zichzelven.

Zoo dus ook geen grens tusschen ziel en lichaam, maar beide in den wortel van het ^eist-leibliche vereenzelvigd. Geen grens meer tusschen man en vrouw, maar beiden man en vrouw geunificeerd in hetgeslachtlooze bij den ingang en den uitgang van het menschelijk leven. En zoo nu ook geen grens tusschen waarheid en deugd. Geen grens tusschen deugd en schoonheid. En zelfs geen grens tusschen het zondige en de heiligheden.

Ook daar nr; j altoos het storelooze proces; de opstijging van het mindere tot het meerdere; van het onzuivere tot het zuiverdere; en het onheilige zelf de wortel waaruit het heilige kiemt.

En zie op deze lijn ligt nu ook de Volkskerk; en de Synode van het Vervormd Genootschap heeft op haar Volkskerk nog onlangs openlijk en onbewimpeld dit stempel gedrukt, toen ze schreef, y., dat wat s; ist in de maatschappij der menschen ook nagisten moet in de kerk.”

Op tweeërlei wijs steekt hier het Pantheïsme in.

Vooreerst in zooverre hiermee de grens tusschen maatschappij en kerk wordt opgeheven, en het volksleven met het leven der kerk wordt vereenzelvigd.

Niet de kerk een van God gestelde macht, om wat er in die maatschappij verderfelijks gist, af te leiden en te stuiten, maar een cylinder te meer aan het groote maatschappelijke raderwerk, waarin eenvoudig nagist en nastoomt wat gist en stoomt in dat raderwerk zelf.

En ten andere, uit de gisting van het ziekelijke, ongeloovige en zondige komt naar dat schriklijk beweren door een verzwerings-of verrottingsproces het goede, gezonde en geloovige voort.

Niet de Kerk schatbewaarster van de heiligheden des Heeren, om haar medicijn aan de kranke maatschappij te reiken, en balsem te druppen in haar schuldige wonde; neen maar die Kerk meê zwerende zoo zij zweert, meê koortsende zoo zij koortst, meê verarmende in het bloed zoo zij in het bloed veramt, en straks uit dit zweren, koortsen en bloedverarmen der maatschappij vanzelf een beterschap voortkomend, die zich dan te zijner tijd ook weer aan de Kerk zal meêdeelen.

En daarom gaan we voor dit roepen van de Volkskerk volstrekt niet uit den weg, maar zullen we deze ongoddelijke verzinning, die niets doet dan oud-Heidensche, diep ongeloovige theorieën weer op te koken, bestrijden met al de macht die er in ons woord mocht zijn.

Het is dit Pantheïstische gif, waardoor nu reeds vele jaren elke theologische beschouwing der Vermittelungstheologie ontzenuwd lag, en dat thans ook in het kerkelijk vraagstuk doorgedrongen, de valsche leuze van de Volkskerk aangrijpt, om de Kerk van Christus onder valsch voorgeven en onder onverantwoordelijk misbruik van termen, in de Kerk zelve te^^ondermijnen.

Op deze lijn is alles proces. Eén proces met storeloozen voortgang en onmerkbare overgangen. Een proces dat in de Synode van Koch over Reitsma naar Moquette en van Moquette over Van der Flier naar Bredius en Segers liep.

Een proces dat in de Amsterdamsche Classicalen zijn eindpunt in Berlage rechts en in Lütge links vindt, en in zijn voortbeweging van Berlage op Ternooy Apèl, van TernooyApèl op Laurilard, van Laurillard op Adriani, van Adriani op Ten Kate, van Ten Kate op Posthumus Meyjes, van Posthumus Meyjes op Hogerzeil, van Hogerzeil op Vos, van Vos op Van der Dussen, van Van der Dussen op Brummelkamp, van Brummelkamp op Aalders, van Aalders op Krayenbelt, van Krayenbelt op Geselschap, van Geselschap op Deetman en van Deetman op Lütge loopt.

Altemaal zachte overgangen, onmerkbare verschillen, ongedachte in elkander vloeiingen. Ineensmelting door tusscbengelegen schakeeringen. Veleschalmen in de ééne keten, maar de schalm die het meest rechts zit (Berlage) met de schalm die het verst links hangt (Lütge), toch door een storelooze reeks van tussch nschalmen verbonden.

Vandaar dan ook dat deze allen, ook na • het uitbreken der crisis, nog steeds kerkelijk in één raad kunnen zitten, en op één doel kunnen afgaan, en in één richting kunnen sturen, en saèm één gemeetischappelijk belang tegen de wederpartijders van al'en Phanteïstischen ademtocht verdedigen.

En evenzoo loopt dan het proces ook op zedelij% terrein. Eén volk en in dat volk één Kerk, en daarom in die ééne Volkskerk één doorloopend storeloos proces van den allergoddeloosten boef tot hetteedersle kind van God.

Van Judas die Jezus verried tot Johannes die in zijn schcot aanlag één lijn, die niet mag afgebroken. Cajaphas slechts gradueel verschillend van Stephanus die voor Jezus stierf. En zoo gaat die lijn dan van iemand die spot en lastert, op iemand die koud en onverschillig is, van een onverschillige op iemand die nog iets van een Voorzienigheid gelooft; van iemand die dit iets gelooft, op iemand die ook nog van Jezus wil hooren; van iemand die nog iets van Jezus houdt, tot iemand die hem zijn ideaal noemt; van het ideaal op den Zaligmaker; van den Zaligmaker op den Borg; vanden Borg op den Bruidegom der ziele; en zoo eindelijk tot den Trooster en Eénig Dierbare van ons hart.

Alles proces. Alles geleidelijke overgangen.

En zulk een proces, met zulke overgangen dus ook van den moordenaar en dief en ronselaar op de koppelaarster en den bordeelhouder; van den bordeelhouder op den houder van een speelhuis; van het speelhuis op den kroeghouder; van den kroeghouder op den dronkaard; van den dronkaard en dief en leugenaar op den ordentelijken man; van den ordentelijken man op den fatsoenlijke; en van den fatsoenlijke op den stjpt eerlijke; van den stipt eerlijke op den rechtschapene; van den rechtschapene op den barmhartige; van den barmhartige op den nauwe van conscientie; van den nauwe van conscientie op den bedwinger van zijn vleesch en zijn begeeren; van dezen op één die de leden kruisigt en doodt en begraaft in de kracht Christi; en zoo eindelijk op de met geestelijk sieraad versierde, en op de allerheiligste kinderen Gods.

En zoo moet het dan ook loopen, en steekt er beginsel in.

Eén Volkskerk met Koch en Segers als groot-Hierarchen, met Berlage en Lütge saAm als Bedienaars des Woords; niet spotters en godloochenaars naast jubelenden in de liefde van den Eénigen Bruidegom der ziele; en zoo ook de dronkaard en de moordenaar naast de diepst ingeleide en meest bevestigde kinderen Gods.

Volks­ Dit en dat noemt de Synode de kerk.

Dat is de Volkskerk, die thans ook de Irenischen verdedigen.

Dat is de Volkskerk, die thans de Gereformeerden uitwierp en nog verder moet uitwerpen.

En dat is de Volkskerk, die om haar zondig en Pantheistisch karakter in naam des Heeren verworpen wordt door ons.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 februari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Al het reppen van een

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 februari 1887

De Heraut | 4 Pagina's