Vrij Universiteit.
Vrije Universiteit.
ƒ
God is ons genegen • Onze God geeft zegen.
Rijmps. 67 : 3.
Schreef ik onlangs over Arasterdam, laat mij nu eens iets over een zeer klein plaatsje mógen mededeelen.
Een md der Commissie tot vermeerdering der Inkomsten is nu eenmaal iemand, die de roepingheeft, om zooveel mogelijk de inkomsten te doen vermeerderen.
Als zoodanig zet zoo iemand er zich dan ook soms toe, om eens »revue over de troepen te houden" en neemt dan gewoonljjk het jaarverslag, als vertoonende de kaart van het land, overziet die en speurt dan na, welke plaatsen nog geheel of gedeeltelijk braak liggen.
Hiermede ook eens bezig zijnde, trok een
plaatsje, niet verre van Amsterdam gelegen, mijne aandacht, omdat daar nog niet één begunstiger en dus ook geen agent was.
Alvorent daarhenen te reizen informeerde ik in Amsterdam, of men ook iemand aldaar kende, tot wien ik mij zou kunnen vervoegen en ik kreeg het adres van een »Christelijk gezind man", wiens naam was K.
Ofschoon mij de vage term van »Christelijk gezind man" niet zoo heel erg aantrok, dacht ik : nu de Heere heeft toch nog in bijna elke plaats van ons goede land van zijn volk, zij het dan ook maar een enkele; in élk geval, als die man geen vriend en voorstander mocht blijken, dan zal hij mij toch wel aanwijzing willen doen van hen, die wel voor deze zaak zouden te wmnen zijn.
Toen ik bij hem in huis trad (hij hield een winkel) en hem mijn morgengroet bracht, zag hij verrast op en heette hij mij al aanstonds hartelijk welkom, daar hij mij van aangezicht reeds kende, tn al spoedig kregen wij ten
t d k D A
S
Z Z M
G
aanhoore van zijn gezin een alleraangenaamst gesprek van geestelijken aard.
Toen dit gesprek een geruimen tijd geduurd had, zei ik: »Maar laat mij u nu eens mogen zeggen, wat eigenlijk de reden is van mijne komst alhier. Ik wenschte eens te onderzoeken, of er hier niets te doen zou zijn in het belang der V. U. — Hoe komt het toch dat gij in de eerste plaats er nog niet aan verbonden zijt? "
»Ja, hoe komt dat, " was zijn antwoord. »Ik ben er nog nimmer over aangesproken. Versta mij wel, niet dat ik er juist over aangesproken wil worden, maar, hoe gaat het doorgaans met den mensch, ook na ontvangen genade. Als ik er weer eens iets van lees, dan zeg ik bij mij zelven: aan deze zaak moet ik toch noodzakelijk ook iets doen; maar — daar bleef het dan bij, otndat er hier niemand is-, bij wien ik mij kan aanmelden., en van schrijven komt bij ons op 't land al heel weinig; en later, och ja, dan ben ik weer zoo ingewikkeld in mijn zaken, dat de V. U. weer op den achtergrond raakt. Dit is nu wel niet tot mijn eer en ook niet goed voor den Heere, maar het gaat helaas ! zoo maar al te dikwijls. Was er nu- een agent, dan kon nun er 's avonds even heeft gaan om zich te doen itischrijven Maar ik ben van harte bereid, dadelijk begunstiger te worden, noteert u mij maar voor ƒ 2.50 's jaars, en omdat ik er tot hiertoe niets aan deed, verzoek ik u om ook ƒ 2.50 als gift te willen aannemen. Ge kunt ook noteeren v. d. B. a ƒ 2.50 jaarlijks en voor hem zal ik u ook ƒ 2.50 als gift ter hand stellen; hij is niet ter plaatse en komt hedenavond laat t'huis; maar dit neem ik voor mijne rekening."
Eene bejaarde vrouw, die onze gesprekken had aangehoord, nam toen het woord en vroeg of ook zij een bijdrage schenken mocht en voegde er nog ƒ 5 aan toe; terwijl zij ook als begunstigster wenschte toe te treden.
»En nu, vader, " vroeg ik verder, «moeten uw vrouw en jongen ook niet meedoen als ze er tenminste een hart voor hebben; het gaat den vrouwen evenzeer aan als den mannen ; hierin is geen man of vrouw; ze worden beiden tot dit werk geroepen; de vrouwen moeten weer leeren meê te leven in deze zaken; hare hulp is waarlijk een niet te versmaden kracht, en uw jongen, moet hij ook niet leeren vroeg zijn schouders te zetten onder dit werk des Heeren, of is hij af keerig van deze dingen ? "
»o. Zeker mogen ze meedoen als ze willen, " gaf de man ten antwoord, en beiden wilden en traden toe.
»Wie zijn er nu nog meer hier ter plaatse, die te winnen zouden zijn? "
»Och, ze zijn hier »dun gezaaid", maar toch weet ik er nog wel enkelen hier dicht in de buurt; ik zal er u aanwijzen."— »Nu, ikgaer gaarne heen! Maar eer ik ga nog één verzoek: Wilt ge. de zaak nu ook steunen door Agent te worden? Uw zeggen van straks en uw terugblijven tot hiertoe, bewijst opnieuw, dat in elke plaats een Agent moet zijn." — »Nu vraag het eerst aan anderen, en als niemand kan of wil, dan kunt ge mij er voor aanwijzen."
De anderen traden wel als begunstigers toe, maar onze vriend werd Agent en bracht ook als zoodanig later weer een winste aan.
Met een verblijd harte ging ik naar Amsterdam terug! Ik won ƒ 16.50 aan jaarlijksche contributien en/ro aan giften. Bij mijn heengaan en bij mijn huiswaarts keeren, zweefden mij telkens de Psalmregels voor de aandacht:
God is ons genegen. Onze God geeft zegen.
Ook later had ik er nogmaals sterkte uit, en drie zaken werden mij weer bij vernieuwing duidelijk: i. de menschen moeten aangesproken worden; 2. in elke plaats moeten Agenten zijn en 3. bij dit alles echter zal ons werk niets zijn, doch is het alleen de zegen des Heeren, die rijk maakt en Hij, die het ons doet gelukken. W. KUHLER Wzn., Lid der Commissie tot Vermeerdering der Inkomsten.
In dank ontvangen:
Voor de Vereeniging:
Aan Legaten: door den heer J. C. Punt, te Klundert, van eene Zuster der Gemeente 5 a ƒ 1000 certificaten 31/g pCt. Ned. Werk. Schuld; aan contributiën: door het Locaal Comité te Amsterdam, van den heer W. H. ƒ 1750. Aan Schenkingen: door den heer W. Hovy, van kol. W. H. v. M. ƒ 25; door Ds. N. A. de Gaay Fortman, van N. N. te Katwijk a/Z. ƒ 25; - door den heer W. Kuhler Wzn., van Mej. A. M. H. F. B. te A. ƒ 2.50; van N. N. te Maassluis / 2.50; door den heer W. Hovy, van J. B. te A. ƒ 1.231/2' Aan Collecten: door den lieer W. Kuhler Wzn., bij eene spreekbeurt te Nederhorst den Berg ƒ 33.61; door den heer Jb. van Oversteeg, bij eene spreekbeurt te Nieuwveen ƒ7.30.
Voor de Bibliotheek:
Door Ds. N. A. de Gaay Fortman, van N. N. te Katwijk a/Z. ƒ 25; van eenige vrienden. Eiland Marken ƒ 10.
Voor het Studiefonds s
Bij Prof. Dr. A. H, de Hartog ingekomen door Ds. N. A. de Gaay Fortman van N. N. te Katwijk a/Zee ƒ 25; door de Vereen. Vrienden der Waarheid te 's-Hage, bij hare samenkomst van 3 April jl. »een dankoffer" ƒ10; Ds. J. Osinga te Aarlanderveen van N. N. te A./io.
Lijnbaansgracht 248.
S. J. SEEFAT, Penningmeester.
SCHOTSCHE
ZENDINGSKERK
GODSDIENSTOEFENING.
Zondagmorgen, 10 uur, A. VAN OS. Zondagavond, 6 uur, F. W. A. KOKFF. Maandagmorgen, 10 uur, A, VAN OS..
GEDRUKT TER KON. NEDERL.
STOOMDRUKKERIJ
WARMOESSTRAAT, 106, AMSTERDAM.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 10 april 1887
De Heraut | 4 Pagina's