Te ZwolIe zond de Synodale

Te ZwolIe zond de Synodale Kerkeraad dit schrijven rond :

Geliefde Broeders en Zusters!

De Kerkeraad Uwer gemeente gevoelt zich gedrongen met een ernstig woord tot U te komen.

De nieuwsbladen brachten het bericht, dat zich ook te dezer stede zou hebben gevormd eene zoogenaamde doleerende gemeente.

Wij betreuren dit ten zeerste. Altijd is het ons streven geweest, overeenkomstig onze roeping, zooveel mogelijk in de godsdienstige behoeften van alle leden der gemeente te voorden. Daarom doet eene gewelddadige scheuring der gemeente, als die thans beoogd wordt, ons leed.

Toch zouden wij geen enkelen stap willen doen, om U terug te houden van aansluiting bij de doleerenden, indien gij, na alle voor en tegen wel overwogen te hebben, door Uw geweten daartoe gedrongen wordt.

Maar het is juist de vrees, dat menigeen zich mee laat slepen, zonder dat voor en tegen ten volle overwogen te hebben, zonder waarlijk door zijn geweten gedrongen te worden, die ons tot dit schrijven noopt. Wij wenschen dat allen het weten zullen: tot dat voor en tegen behoort ook dit: dat toetreden tot de doleerende Kerk is uittreden uit de Nederlandsche Hervormde Kerk., waarvan gij door geboorte of doop of belijdenis lid zyn geworden. Indien men U voorspiegelt dat gij, wanneer gij U bij de doleerenden aansluit, toch lid blijft van onze Kerk, misleidt men U met een leugen. Men kan nu eenmaal geen lid zijn van twee Kerkgenootschappen. Wie derhalve zich alhier bij de zich noemende Ned. Gereformeerde Kerk (doleerende) aansluit, zal tot zijn schade ondervinden, dat hij hierdoor zoowel de geestelijke als de stofelijke voorrechten, aan het lidmaatschap der Nederl. Hervormde Kerk te Zwolle verbonden, prijs geeft.

God geve U al wat noodig is, om alleen te doen, wat in overeenstemming is met Zijn heiligen wil.

De Kerkeraad der Nederduitsche Hervor})ide Gemeente te ZwolU.,

In zijnen naam,

A. W. VAN WIJK, Voorzitter.

W. L. WELTER, Scriba.

Is het niet te betreuren, dat een officieel college in zulk een stuk openlijk de voorstelling zijner tegenstanders als leugen bestempelt .'

Boven dit stuk zet deze Kerkeraad : »Geliefde Broeders en Zusters" en richt het aan Gereformeerden, Irenischen, Groningers en Modernen tegelijk.

Indien wij nu eens zeiden: „Kerkeraad van Zwol! die uitdrukking van „Geliefde" evenals uw spreken van Broeders en Zusters is een leugen t" zou men ons niet tegemoet voeren : »Daar kunt ge niet over oordeelen. Gij kent ons hart niet. Alleen moogt ge zeggen, dat deze voorstelling u voorkomt onwaar te zijn? "

En hoeveel meer zou mijding van zoo ruwe taal een Kerkeraad gevoegd hebben, en met name een Kerkeraad, die blijkens zijn eigen schrijven de godsdienstige behoeften van geloovigen en ongeloovigen tegelijk zocht te bevredigen.

o. Die leugen in de kerk!

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen