Vrije Universiteit.

. »De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan, n

dies zijn wij verblijd!" Dit mag ook onze toon zijn bij de herdenking, hoe de Heere onze geliefde stichting nu gedurende zeven jaren heeft staande gehouden. Dinsdag 20 dezer immers was het haar zevende jaardag. Wel mocht Dr. Van Goor er aan herinneren op den dank- en bedestond, dat het Sabbatjaar — onder Israël een jaar van ruste — voor de Vrije Universi­ o

teit in dien zin geen rust, doch wel veel strijd en worsteling had aangebracht; doch elke strijd, , waarbij men gelooven mag, dat de overste Leidsman vooraan staat, mat niet af, doch staalt den moed en veik-. endigi de hoop. »Jezus Christus moet als Koning hcerschen" — op elk gebied des levens, ook op dat der wetenschap; dit woord des apostels was dan ook terecht het motto, waarbij de beide voorgangers in die ure des gebeds de aandacht van het belangstellend gehoor bepaalden. Maar wanneer zal dat . zijn ? Nu ; indeze bedeeling. Dat geeft het tekstwoord duidelijk aan, want er volgt onmiddellijk: »Totdat Hij al de vijanden onder zijne voeten zal gelegd hebben." Wanneer de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen gekomen zijn, zijn er geen vijanden meer te onderwerpen; doch nu, terwijl de wereld nog vijandig tegenj.Hem overstaat, moet zijn Koningschap worden uitgeroepen.'

En dat is het werk van zijn volk. Dat doet ook de Vrije Universiteit door haar bestaan. Zij is ook een banier, opgericht tegen den vijand. Zij schrijft met duidelijke letters in haar vaandel: »Jezus Christus is de van God gezalfde Koning. Alle knie buige zich voor Hem en alle tong belijde, dat Bij de Heere is." Zonder dat had zij geen reden van bestaan, maar jnist daarom ondervindt zij zóo feilen tegenstand. Wa-nt de erkenning van het Ko­

ningschap van Jezus Christus kan niet geschieden zonder gewillig afstand te doen van eigen eer en hoogheid, van eigen wijsheid en kracht.

Veel dankensstof gaf de Heere in deze zeven jaren. Niet het minst ook daarin, dat onze jeugdige predikers door den Heere toegerust schijnen met gaven van kennis en geestelijk verstand, om het Woord Gods lecht te snijden en de gemeente des Heeren in het rechte spoor te leiden. Dezer dagen ontving ik daaromtrent juist weder van twee verschillende zijden recht verblijdende berichten. Is dat niet een groote zaak ? Och, dat we maar dankbaarder waren, om de goedertierenheden Gods meer op te merken en Hem meer te prijzen. Het leven van Gods volk moet een dankend leven zijn. Ik begrijp niet, hoe geloovige ouders hunne zonert nog naar de staats-universiteit kunnen zenden, doch den Heere niet veeleer danken, dat er nu een Vrije Universiteit is.

De gewone jaarlijksche circulaire is weer verzonden, en wel aan alle kerkeraden, die Gereformeerde kerken heeten te vertegenwoordigen. Op de jaarvergadering te Middelburg is dit punt ampel besproken, en gevoeld, dat het directeuren der Vereeniging voor H. O. niet betaamt uit te maken, welke kerkeraden wét, welke niet Gereformeerd waren. Die kerkeraden, bij wie de Gereformeerde belijdenis, de belijdenis der vaderen, geen weerklank meer vinden mocht, werden dan ook vriendelijk verzocht de circulaire, als niet aan hen gericht, terzijde te leggen.

Voor het eerst werden dit jaar ook circulaires gezonden aan de kerkeraden der Christelijk Gereformeerde kerk in deze landen, eveneens ingevolge het besluit van gezegde vergadering, aangezien toch onze strijd ook die onzer Chr. Geref. broederen is, en gemeenschappelijke arbeid en -gebed van alle Gereformeerden in het land noodig zijn, om het beginsel der onmisbaarheid eener Gereformeerde Universiteit te doen doordringen tot het bewustzijn van ons Christenvolk. Al erkennen wij, met dankbare waardeering, wat deze broederere gedurende zoovele jaren deden voor de opleiding hunner theologanteii — niemand hunner zal de juistheid van de roepstem van professor Lindeboom ontkennen: Wij hebben hoe eer hoe beter behoefte aan een medische faculteit — en evenmin onze reeds \> t%\s, ^.xi& .t juridische & litterarische opleiding als een voorwerp van eelde ter zijde stellen. Vinde deze onze oepstem weerklank bij de broederen en zuseren onzer zusterkerk; vooral betoond in artelijke belangstelling en gebed! W. HOVY.

De verantwoording der ingekomen gelden zal D. V. de volgende week plaatshebben. S. J. SEEFAT, Penningmeester.

Lijnbaansgracht 248.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen