GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gedenk van hoedanige eeuw ik ben!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedenk van hoedanige eeuw ik ben!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gedenk van hoedanige eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller menschen kinderen tevergeefs geschapen hebben? Ps. 89 : 48.

God de Heere leeft in een twist met den nietigen mensch.

Dat hebben wij gemaakt. Dat is door ome

zonde zoo gekomen. Dien twist hebben wij in de onvermengde, storelooze zaligheid van het Eeuwige Wezen ingedragen. En m\worstdt'& ï^ met ons. »Bij den verkeerde, o, mijn God, betoont Gij U een worstelaar!”

Nu is er in dat worstelen van den Heere onzen God met ons een onbeschrijflijk nederbuigende goedertierenheid.

Hij kon ons op staanden voet verdoen van voor zijn aangezicht, dat we geen hinder meer voor Hem waren en ophielden twist te werpen in zijnen eeuwigen vrede. Zijn almacht ontzegt Hem daartoe het vermogen niet. Zijn majesteit zou er voldoening in vinden.

Maar omdat Hij een genadig God is, doet Hij dat niet. En nu gaat Hij met ons worstelen. Met ons worstelen in onze conscientie. Met ons worstelen in de overleggingen van ons binnenste. Wij willen ons ophouden en Hij wil dat we het voor Hem opgeven zullen. Hij rust niet en kan niet rusten, eer Hij zoo diep en zoo lang en zoo schriklijk met ons geworsteld heeft, tot we eindelijk niet meer kunnen, en het Hem gewonnen geven, en erkennen: »Heere God, Gij zijt rechtvaardig en ik deed nooit iets anders dan mijn weg voor U verderven.”

o, Dat kost wat, eer het daartoe komt, vooral voor vrome, burgerlijk brave menschen. Bij dronkaards, bij roekelooze lieden, als ze tot staan komen, gaat dat vanzelf. Maar als men levenslang vroom en onberispelijk voor der menschen oog heeft gewandeld, en door de menschen lief is gevonden, o, dan is dat bijna onmogelijk. Niet om het te zeggen, maar om het te meenen, en wezenlijk als een verworpeling voor zijn God te liggen.

Daarom heeft de Heere met zijn Jacobs en zijn Jobs en zijn Davids dan ook zooveel banger en ontzettender te worstelen.

Bij hen kon het niet bij een worstelen in de conscientie blijven, want bij zulke karakters misleidt de vrome natuur.

En dan wordt het een hartaangrijpend worstelen in uw bestaan, in uw levenslot, in wat u lief is, en tot in uw bloed. En dan krijgt Satan, als bij Job, den vrijbrief, om niets te sparen, tot zelfs het eigen vleesch niet.

o. Dan stormt het zoo schriklijk om het hoofd en door het hart, en giert de huilende wervelwind in de snaren van ons fijnste innerlijk wezen.

Dan is alles benauwing en banden des doods om ons.

Dan zijn we tot voor de koperen deuren gedrongen.

o, God, wat krimpt uw arm menschenkind dan onder uw sterke hand weg!

Maar dan onder dat bloeden enwegkrimpen van het hart, komt er in Gods kind iets op, dat, o, zoo eenvoudig schijnt, en toch zoo nameloos moeilijk te leeren valt; want dan overvalt ons het bang besef, dat die tegen ons worstelt niet onzes gelijke is.

De Heere niet onzes gelijke, het is zoo, we beleden dat ook vroeger wel, maar toch bleef het bij al ons tegenworstelen, alsof onze persoon en de Heere God wel aan elkaar gewaagd waren. Alsof we eigenlijk toch wel tegen God opkonden. Alsof een mensch, als hij maar wilde, wel tegen God bestand was. Ja, alsof hij het van God den Heere ten slotte nog wel winnen kon.

Altoos die diep satanische trek van onze zonde: Gij zult als God, d. i. aan God gelijk wezen.

Het demonische: Eritis secutis Deus i). De gruwelijke hoovaardij van ons boosaardig hart.

En dat nu gaat er dan in die worsteling door genade uit, en ten leste belijden we dan onze schrikkelijke minderheid; en komt onze ziele er voor uit: »o, God, Gij zijt een almachtig God! Waarom worstelt Gij ten bloede met mij, nietigen mensch”!

Zoo riep Job het in zijn berooving en zijn rouwe en zijn smarte uit: »o. God, wat is de mensch, dat Gij met hem worstelt en op hem aanlegt"! en zoo klaagde David: »Heere, gedenk mijner van hoedanige eeuw ik ben”!

En de Heere, die barmhartig en zeer ontfermende is, liet het, opdat we in deze verbrijzeling niet bezwijken zouden, ons door zijnen Heiligen Geest betuigen: Dat Hij weet wat maaksel we zijn, gedachtig zijnde dat we stof zijn" (Ps. 103 : 14). Hij had het vanouds reeds betuigd: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mecsch, deivijl hij ook vleesch is." Van Israël staat geschreven : »Hij dacht er aan, dat zij vleesch waren, een wind die henengaaten niet wederkeert" (Ps. 78 : 39). En bij Jesaia schonk Hij zijn kinderen het woord van zalige vertroosting: Ik zal niet eeuwiglijk twisten, en Ik zal niet altoosdurend verbolgen zijn, want uw geest zou van voor mijn aangezicht overstelpt worden, en de zielen die ik gemaakt heb"! (57 : 16).

En dan heeft God de Heere ons op het punt, waar Hij ons hebben wil, want dan is in den angst van de worsteling de gevloekte hoovaardij van het »Gode gelijk te wezen" overwonnen.

Dan willen we de minste voor God zijn. Dan houdt op de verheffing van den hoogen mensch, en krijgen we lust aan kleinheid en geringheid en nietigheid.

Zoolang de booze heldenmoed van den duivel nog in ons blies, was het: »Wees sterk en houd het tegen Hem uit!"; maar nu is het, hoe kleiner hoe liever. Zie, Heere, dat ikstofenassche ben. Of misschien onze nietigheid en geringheid den Almachtige tot aflaten van zijn worsteling mocht bewegen!

Eerst was het: Ja hoe sterker, hoe beter, om tegen God op te kunnen. Door Zijn worstelen tot /«^^«worstelen geprikkeld. Maar nu wierd het een pleiten op de grootmoedigheid en op het erbarmen des Almachtigen : »Heere, waarom worstelt Gij met zulk een nieteling! Zie mijn kleinheid aan en heb ontferming!”

»Een held worstelt niet met een hulpeloos kind! Gij, sterke Held! laat af te worstelen met wat stof en assche is.

«Gedenk van hoedanige eeuw ik ben! Gij, eeuwige Worstelaar, wat ben ik, verdwijnend en verkwijnend wezen, om met U te worstelen.

Ik kan niet meer. Als Gij slaat, zal ik mij weerloos laten slaan door uw sterke hand.

o, God, het is uw eere als God om U te erbarmen.

Ik ben een worm voor U en geen man!”

En neen, dan is er geen morren in dien toon. Dan is het geen vermetel verwijt, alsof de Heere zich vergreep aan een ellendige en vergeten had een weerlooze genadig te zijn; maar een zich vastklemmen van het gebroken hart dat niet meer kan, aan Gods eeuwige deugden.

Weg, weg zou ik zijn, als in den Heere mijn God die eeuwige deugden niet waren. Als Hij niet groot van moed en niet groot van ontferming was.

1) Gij zult als God wezen.

Maar dat is Hij. Ja, waarlijk, de Heere HEERE is grootmoedig en zeer barmhartig.

En die deugden grijpt het geloof aan. En daar pleit de worstelaar in zijn smeekingen op.

Zoolang hij het tegen God uit wilde houden, was hij volkomen machteloos tegenover den Heere. Een weerloos lam, dat waande het tegen den sterken Leeuw te zullen volhouden. .

Maar nu slaat dat om. Nu het verbrijzeld kind niet meer tegenworstelt; en geen hand meer opheft; en geheel lijdelijk zich laat kastijden; en nu eeniglijk op de deugden van Gods grootmoedigheid en lankmoedigheid gaat pleiten, mi is hij opeens sterk tegenover dienzelfden sterken God geworden.

Het smeeken om genade ontwapent den sterksten held

Daar kan ook God niet tegen in.

Een worstelaar tegen den verkeerde, is Hij, de ontfermer over stof en assche en over den worm die in het stof wegkrimpt.

En diezelfde Majesteit, die in den bangen avond nog toornde in verbolgenheid, blinkt in goddelijk mededoogen bij het aanbreken van den morgenstond.

Doordien we vleesch zijn en bekenden vleesch te zijn, gedacht Hij wat maaksel we zijn en heeft zijn vertroostend aangezicht ons verkwikt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Gedenk van hoedanige eeuw ik ben!

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's