GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zeggen van een der synodale

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zeggen van een der synodale

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 11 November.

Het zeggen van een der synodale dominees te Amsterdam tot den heer Van Vulpen: „Z> «« zullen we u in uw brood moeten benadeelen", is te karakteristiek om onopgemerkt voorbij te gaan.

De voornaamste macht der Synodalen ligt in het geld.

Ga niet met de Reformatie meê, o, prediker, want het komt u te staan op verlies van pastorie en traktement en pensioen!

Ga niet met de Reformatie meê, o, leek, vsfant het komt u te staan op verlies van alle stoffelijke voorrechten aan den dienst van de groote Diana der Ned. Hervormde kerk verbonden.

Ga niet mede, gij, onderwijzer op de diaconieschool, want we zetten u af en dan staat ge op straat.

Ga niet mede, gij, godsdienstonderwijzer, want we maken u broodeloos. En vooral ga niet mede, gij, mindere goden, als daar zijn kosters, concierges en wat dies meer zijl, want „naakt aan den dijk" wordt uw loon Voor u vooral la mort sans phrase!

Vandaar dan ook die eindelooze processen en geweldenarijen, om kerkgebouw en gesticht en inschrijving op het Grootboek meester te worden.

De menigte gaat te loor, maar zij' hebben geen tijd, ze moeten voor het geld en goed zorgen. Dit is geen hoog geestelijk, een verre van Christelijk, een zeer wereldsch standpunt.

Bezittende als niet bezittende" moet bij elk stuk van den Mammon levensregel voor elk Christen, en vooral voor de kerk van Christus zijn, en wanneer deze hemelsche levensregel verzaakt wordt, nadert men den breeden weg, die naar het verderf leidt.

De heftige strijd in heel de wereld is juist, om niet te jagen naar den schat die vergaat, maar naar den schat die blijft tot in het eeuwige leven.

En waarde Christenen nog vaak zoo schriklijk in zonden van den Mammon vallen, moet iuist de kerk als een goede moeder hun steun bieden, om in dezen strijd tusschen Christus en den Mammon, den Mammon te leeren verachten en den Christus aan te kleven.

Maar wat dan te zeggen van „herders der kudde" die juist omgekeerd doen, en wel in hun kerken prediken, om toch het goud en zilver te verachten, maar in hun openlijk optreden juist het tegendeel leeren?

Voelen dan deze mannen niet, hoe alzoo het zout smakeloos wordt, en gissen ze van verre niet, hoe dit materialiseeren van het kerkelijk ambt ten gevolge moet hebben, dat de herders óf ongeestelijk zelfs in hun prediking worden, óf, zoo ze geestein hun prediking blijven, terwijl ze feitelijk in het geld steun zoeken, een innerlijke onwaarheid in hun ambt doen insluipen^ die het verderft?

Gij, zegt, o, prediker, dat het geld er niet toe doet, dat we alleen voor den hemel moeten leven, en nooit ter wille van stoffelijk voordeel onzen Heere moeten verloochenen, maar ei, lieve prediker, hoe gingt ge ons zelf voor! Een kerk heeft voorrechten ongetwijfeld. Ze is uitdeelster van een kostelij ken schat. Ze heeft het Woord der genade en ze kan wandelen in het licht van Gods vertroostend aangezicht.

Maar als ge uw kerk aandient, als bezitster en uitdeelster van stoffelijke voorrechten, omdat ge bedeelt, en een weeshuis hebt, zeg zelf, maakt ge dan uw kerk niet verachtelijk, is dan uw eere niet weg?

En wat was nu de uitkomst.? Wat de vrucht van al dit dreigen met den toorn van Mammon.?

Zijn het dan nu de rijken, die doleeren.? De wclgestelden, die zich van u af keeren.? Gij weet beter.

Het zijn juist de armeren, die liever hun spaarpenning offeren, dan ontrouw aan hun Heere te zijn.

Op hen vermag uw Mammons-argument niets.

Neen het vermocht alleen in de ambtelijke kringen. In de kringen der herderen. Bij hen, die jarenlang gepredikt hadden, dat het goud en zilver slijk: was'en niet in waarde kwam, als het gold de eere van onzen Heere en Koning.

Dat is ontzettend. Maar, gij, die hen deswege veroordeelen woudt, vergeet het niet: De leugen in de kerk had reeds zoo lange jaren in het staal van veler karakter gevijld. En dan gaat het met de vijl als met den druppel water.

Gutta cavat lapidem. De droppel holt den steen uit.

Vandaar dat meer dan een, toen hij op de kracht van zijn karakter moest steunen, dat karakter uitgehold vond. We zeggen dit niet van allen. Er zijn predikanten, die jarenlang van meening waren, dat het geen zonde was de krankheid te laten uitzieken.

Hen treft alleen het verwijt, dat ze bij de schrikkelijke openbaring van .synodale ongerechtigheid te Amsterdam, j.óg als vroeger bleven oordeelen.

Maar wel treft het verwijt van dat uitgeholde dezulken, die het doorzieken steeds strerg afkeurden en meedoogenloos gispten, en nu, nu het op chirurgische actie aankwam, opeens dat doorziekings-systeem loven gingen.

De heilige apostel noemt dat een terug-keeren als van den hond tot zijn eigen uitbraaksel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Het zeggen van een der synodale

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's