GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De pannekoeken.

Koning Erederik de Groote, die een eeuw geleden over Pruisen regeerde, kon, onder meer, ook zeer fraai op de fluit spelen. Zijn vader, d> e boven en voor alles een krijgsman was, had het hem toen hij nog jong was streng verboden. D«ch Frederik kon het spelen niet laten, en werd er zelfs later zeer knap in.

Tijdens zijn regeering deed de koning ook eens een reis naar Amsterdam en wel incognito, dat wil zeggen dat hij nergens zei wie hij was. Daardoor spaarde hij zich de moeite en het tijdverlies, die verbonden waren aan de eerbewijzen welke hij zou hebben ontvangen, indien hij als Koning van Pruisen was gekomen.

Te Amsterdam had Frederik kamers genomen in een niet bijzonder aanzienlijk huis; hij woonde daar met een paar heeren, die hij uit Berlijn had meegenomen. Ook zij hadden strikt bevel niet te zeggen wie hun meester was. En daar zoowel de vorst als zijn dienaren zeer eenvoudig gekleed gingen, vermoedde niemand wat aanzienlijke gast daar was geherbergd. Ook de vrouw des huizes wist er niets van.

Nu waren de heeren niet gewoon in het huis, waar zij hun verblijf hielden, den maaltijd ie gebruiken. Het verwonderde daarom de vrouw niet weinig, toen op zekeren namiddag, nadat de bezoekers tehuis waren gekomen, een der heeren tot haar kwam en haar vroeg, of zij voor zijn meester, eens wat lekkere pannekoeken wou bakken-

Koning Frederik had namelijk in Duitschland meer dan eens gehoord, dat in Nederland zulke smakelijke pannekoeken gebakken werden, en hij wilde, nu hij er was, eens de proef er van nemen.

Pannekoeken ? " vroeg de vrouw verbaasd. »daar heb ik nu volstrekt niet op gerekend. Maar, zeg mij toch eens : Wie is uw meester eigenlijk. Er komen hier zooveel brieven en zooveel bezoeken voor hem, dat ik er het rechte niet va» begrijp."

De kamerheer geraakte niet van zijn stuk en antwoordde: »Wel mijn meester is een heel bekwaam fluitspeler."

»Dan had hij liever in zijn land moeten blijven", zei de vrouw; »zulke lui hebben we hier genoeg. Als hij daar den kost mee moet verdienen, ziet het er slecht voor hem uit."

»Dat kan wel wezen, " antwoordde de kamerheer. »Intusschen - we hebben u behoorlijk totnogtoe betaald - kunt gij ons de koeken bezorgen? ”

»Hoor eens, '' zei de huisvrouw, »'t is nu vier uur, en twaalf uur is etenstijd. Ik moet er weer alles voor omhalen. Maar ik zal het doen, als uw meester dan eens voor mij op de fluit wil spelen. Want gij zegt dat hij dat zoo mooi kan, en ik hoor het graag. De eene vriendschap is de andere waard."

Met die boodschap vertrok de kamerheer, De koning lachte niet weinig toen hij hoorde wat de vrouw van hem gezegd had, en niet minder over haar verzoek. Doch ten eerste hield hij wel van zoo iets, en ten tweede kende hij de Hollandsche vrouwen genoeg om te weten, dat er niets opzat dan te doen wat de juffer ^'; : )eg. Anders toch kreeg hij de pannekoeken niet.

De koning haalde zijn fluit; de huisvrouw werd geroepen, en nu begon de vorst te spelen, zoo mooi hij kon. 't Was duidelijk dat het de juffrouw beviel, want zij luisterde als een vink, en riep telkens: »mooi! mooi!" Eindelijk werd Frederik moe. De juffer bedankte hem vriendelijk, en ging heen om de koeken te bakken. Aan de deur sprak zij tot den kamerheer, die haar uitliet: »Nu, ik moet zeggen dat uw meester heel aardig pijpen i) kan. Als hij 't overal zoo doet, wed ik dat hij zijn kost best zal verdienen, en nog wat overhouden ook." Een uur later zaten de Koning en zijn dienaars te smullen aan beste Hollandsche pannekoeken. Zij moesten bekennen dat de juffrouw even knap in 't bakken als de Koning in 't pijpen was.

Teruggegeven uit de zee.

Een buitenlandsch schip werd eens in een vreeselijken storm geslingerd, en dreigde tegen 't strand aan stukken te slaan. De noodseinen riepen de matrozen en visschers op, en hun huisgezinnen kwamen aan 't strand te zamen; sommige om het tooneel te aanschouwen en andere om te helpen reddsn.

Onder hen, die daar stonden, waren ook een weduwe en haar eenige zoon Willem. Weinige maanden te voren was de echtgenoot en vader in zijn visschersboot op dezelfde gevaarvolle zee, die ze nu zagen woeden, verloren geraakt. Juist riep men om nog één vrijwilliger; dan was de reddingsboot vol — slechts één meer,

»Mag ik gaan, moeder" ? vroeg Willem. Hij was nog slechts een jongen, maar dapper en sterk. Het moederhart sprak: »Neen, neen!'' Hoe kon ze ook alles, wat haar overgelaten was, overgeven ? Maar die arme vrouw vreesde den Heere. Zij herinnerde zich Hem, die op de zee wandelde, — die zijn leven gaf voor de wereld — en zij weigerde niet.

»Ga Willem", zeide zij, »er is anders niemand om te gaan. De almachtige God kan u weer tot mij brengen."

De zoon ging de vreeselijke golven bekampen, en de moeder bleef biddende. De nacht en de storm gingen voorbij; de reddingboot had al de schipbreukelingen, reizigers en scheepsvolk, gered. Vermoeid van zijn trouwen arbeid, kwam Willem bij zijn verheugde moeder terug. Haar geloof had overwonnen — bijna als dat van Abraham, nadat hij zijn zoon Izaak ten offer gebracht had.

Maar de zoon had zijn moeder iets te verhalen : »Moeder", sprak hij, »houd uw hart gereed om het te dragen. Ik heb van vader gehoord. Hij was niet verdronken, toen de rukwind zijn boot aan wal sloeg. Een naar elders bestemd schip nam hem op, en voerde hem naar een buitenlandsche haven. Hij leeft — en hij is een der reizigers, die wij zoo even gered hebben."

Op dat oogenblik klopte iemand aan de deur, — een luide vreugdekreet werd gehoord; de vrouw en de verloren echtgenoot vielen in elkanders armen. De Heere zorgt dat wij, ons zelf gevende, niets verliezen.

i) Fluiten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's