GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gelijk men weet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijk men weet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk men weet, maakte De Heraut steeds een scherp onderscheid tusschen hetgeen wijlen Dr. Kohlbrügge voor Gods kerke ten goede deed, en hetgeen velen zijner epigonen daarin thars dogmatisch en kerkrechtelijk bederven. Hen noemden we daarom steeds Neo-Kohibrüggianen, om te kennen te geven, dat zij niet op de lijn van Kohlbrügge voortvaren, maar tegen de bedoelingen van Dr. Kohlbrügge ingaan.

In verband hiermee strekt onderstaand schrijven ten bewijs, dat dit onderscheid niet alleen door ons, maar ook door andere vrienden van den ontslapen Prediker gevoeld wordt.

Het werd ons ter publieeering toegezon den en we deelen het daarom mede:

Mijnheer de Redacteur !

Met verontwaardiging en smart hebben zeker velen met mij vernomen, wat Ds. Locher, predikant te Aalst, zooal tegen de doleerenden heeft in te brengen. Te smartelijker toch zal het zijn voor hen, die, als ik, onzen nu zaligen Kohlbrügge uit zijne nagelaten geschriften kennen, en hebben leeren hoogachten. Men zou alsdan de vraag niet kunnen inhouden: »Maar zijn dan de z.g.n. volgelingen van Dr. K. gansch onkundig, met wat Z.Eerw. leerde en doorleefde? ”

Immers, zoo zij maar even Z.Eerw. geschrift. Het Ambt eens FresMters, biddende hadden mogen lezen, met toepassing, niet op anderen, maar op zichzelven, hoe zou dan ook bij hen het gevoelen vaststaan, dat een hiërarchische kerkregeering in de kerk van Christus niet mag geduld en, door te trachten een gemeente door reglementen op te helpen, geheel indruischt tegen het uitdrukkelijk bevel van 's Heeren Apostelen.

Men moet, naar mij voorkomt, voor dat alles geheel blind zijn, of Dr. Kohlbrügge geheel niet kennen, om zulke grove beschuldigingen, te kunnen nederschrijven als Ds. Locher den droeven moed had te doen; of het moest zijn, zooals Dr. K. in genoemd geschrift schreef: »Wat is het 'i Men wil met het kruis van Christus niet vervolgd worden, en daarom predikt men de versnijding, men wil alles besnijden, en alles wordt versneden". Dat Z.Eerw. hiermede wel degelijk het oog heeft gehad op den uitwendigen kerkvorm, ' blijkt uit hetgeen juist voorafgaat, waar hij zegt: »Zoo zoekt men ook de kerk op allerlei wijze op te helpen; er zijn er, die van eene permanente synodale macht of consistoriaalraad, of opperbisschoppelijke of andere oppermacht, zich heil voor de gemeente beloven. Moest het echter niet een diepen indruk maken in hun geweten, dat zij op de vermaning eens apostels niet letten, die zoo zachtmoedig tot hun hart spreekt, en de oorzaak aantoont, waaraan het ligt, wanneer het met de kerk (zooals zij zeggen en klagen) zoo slecht gesteld is? ”

Deze korte opmerking moest mij van het hart, mijnheer de redacteur, waar ik gaarne zien zou, dat meergemeld geschrift van Dr. K. achtereenvolgens in De Heraut werd opgenomen ; opdat men niet, wat zoo licht kan gebeuren, Dr. Kohlbrügge naar zijne volgelingen beoordeelt; mede, opdat én deze volgelingen én de tot reformatie gedrongenen hieruit zouden kunnen leeren, wat er behoort te worden verstaan, wanneer men spreekt van de gemeente van onzen Heer en Heiland Jezus Christus, en wat het beteekent, ouderling van zoodanige gemeente te zijn.

Bij voorbaat dankzeggende voor de opneming van bovenstaande blijf ik, hoogachtend,

Uw dw. dn.

H....d.

W. N.

Waarlijk men behoeft niet eens, gelijk deze broeder, zich op Dr. Kohlbrügges schriften te beroepen, heel de gemeente door Dr. Kohlbrügge te Elberfeld vergaderd, strekt ten bewijze, dat onze gedragslijn ook de zijne was.

Gelijk toch Dr. Kohlbrügge, toen de Gereformeerde kerk te Elberfeld onder een hiërarchisch kerkbestuur verkwijnde, haar met een eigen kerkeraad weer in zuiverder vorm deed optreden, zoo deden ook de Doleerenden. En de heeren Lütge c. s., die thans over de Doleerenden den staf breken, breken daarmee tevens den staf over de geheele gemeente te Elberfeld en Kohlbrügges optreden in haar midden.

Laat Ds. Locher en Bolhuis praten als Brugman, dit ééne feit slaat al de scherpte van hun woord bot.

Dr. Kohlbrügge heeft te Elberfeld niet gezegd : „Mannen broeders, die hiërarchie is een oordeel Gods over u, waaronder ge u te vernederen hebt, tot de Heere het zelf wegneemt"; maar hij heeft zelf de handen aan den ploeg geslagen, en de gemeente van onder het oordeel en uit het diensthuis uitgeleid.

Kohlbrügge was niet alleen een lief kind, maar ook een gehoorzaam dienstknecht van zijn God, en daarom is hij bewaard gebleven voor alle antinomiaansche lijdelijkheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Gelijk men weet

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's