GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„tEL DE STERREN.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„tEL DE STERREN.”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen leidde Hij hem uit naar buiten en zeide: ie mi op naar den hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem : Zoo zal uw zaad zijn. Genesis 15 : 5.

Onder de wetenschappen der natuurkunde trekt geen Gods kind zoo sterk aan als de starrenklmde. Een schoon boek te lezen over die wondere wereld aan het firmament boeit hem ongemeen.

Wel vernam hij, dat ook die starrenkunde allerlei tegen zijn Bijbel heeft in te brengen; maar dat deert hem niet. Immers die starrenkunde kan niets doen dan waarnemen, meten en berekenen. Ze kan, door het wonderbare vermogen, dat God in 's menschen geest legde en door allerkunstigste instrumenten, zien wat geen bloot oog ooit zag; afstand met afstand vergelijken; snelheid van loop bepalen; banen afstippelen; omvang, middellijn en wicht der bollen bepalen; ook zelfs éenigszins de slof dezer hemellichamen aangeven; maar verder reikt haar macht niet. Te zeggen, hoe die lichtwereld aan den Melkweg er kwam; bepalen of de zon dan wel de aarde hooger beteekenis heeft; uitmaken wat het doel dier prachtige schepping is; en beslissen wat er eens uit worden zal, — dit alles gaat haar macht te boven.

En daarom leeft een kind van God onder veel d it de starrenkunde zegt, zonder er recht op te hebben, zoo rustig; en dat alles latende voor wat het is, geniet hij onder al die ontdekkingen en juiste voorzeggingen, en dankt voor die veilige inleiding in een wereld vol geheimnissen, waarvan hij anders zoo weinig wist.

Vooral boeien hem in die starrenkunde die machtige getallen, die duizelingwekkende cijfers, die alle denkbeeld overschrijdende afstanden en snelheden. Het geeft al één gedachte van een oneindige majesteit en grootheid, die ons uit het paal en perk van onze kleine, nietige aardsche afmetingen uittrekt en ons overplaatst in een wereld, die geheel onze bevatting ieboven gaat. Voorportaal, van wat het eeuwige zijn moet. Een voorhof van dat heilige der heiligen, waar de woonstede is van onzen God.

Gods heilig Woord leidt dan ook telkens naar die starrenwereld op!

»Heft uw oogen omhoog en ziet wie al deze dingen geschapen heeft", roept Jesaia uit; »die in getal hun hèir voortbrengt; die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid zijner macht en omdat Hij sterk is van vermogen; ziet er wordt er niet één gemist!"

»De hemelen", jubelt de psalmist, »vertellen Gods eer, en het uitspansel zijner handen werk. Dag aan dag stort overvloediglijk sprake uit en nacht aan nacht vertoont wetenschap !" Aan Job vraagt de Heere in een onweder: »Kunt gij de liefelijkheden van het Zevengesternte binden, of de strengen van den Orion losmaken ? Kunt gij de Mazzaroth voortbrengen op haar tijd? den Wagen met zijn kinderen leiden ? Weet gij de verordeningen des hemels of kunt gij zijn heerschappij-op .aarde bestellen ? " Letterlijk heel de Schrift door is het van het scheppingsverhaal af tot aan het slottooneel der Openbaring toe één sprake van die schepping des uitspansels en van de lichten, die in het firmament flonkeren, totop den dag, dat de starren van den hemel vallen, en'er niets schitteren of blinken zal dan de ééne Zonne der gerechtigheid.

Zelfs de Verbondsbelofte wordt door Abrahams God aan den starrenhemel vastgehecht: »Toen voerde Hij Abraham uit naar buiten, en zeide tot hem : Zie nu op naar den hemel en tel de sterren, indien ge ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Alzoo zal uw zaad zijn!'' »En toen, " zoo lezen we, «geloofde Abraham inden Heere, en Hij rekende het hem tot gerechtigheid !"

Dit komen onder den indruk van de majesteit van het Firmament leidt dus niet van het geloof af, maar er heen; en onze Confessie zegt zoo juist, dat al deze pracht der schepping als letteren zijn, waarin ons de onzienlijke dingen Gods worden te aanschouwen gegeven. Versta dit niet mis.

Het zegt niet, dat ooit de eerbiedigste aanschouwing van den Melkweg en de wonderen van het firmament u, zonder meer, tot het geloof in God zal brengen.

Dat toont de ervaring wel anders. Juist in de landen waar de starrenhemel schittert met een gouden glans als wij in onze benevelde landouwen nooit aanschouwden, is het geloof het diepst gezonken en doolt alle ziel van haar God af. En onder hen, wier levensstudie opgaat in de aanschouwing van de wonderen des hemels, vindt ge maar o, zoo zelden een Newton, die zich zondaar voor zijn God en in den Middelaar geborgen weet. Neen, op zichzelf zegt die starrenhemel u niets.

Maar als, uit hooger dan de starrenhemel eerst de vonk van het ongeschapen licht des geloofs in uw ziel ontstoken is, dan ja, kan de aanschouwing \an dien starrenhemel u onder den indruk der majesteit van het Eeuwige Wezen brengen, zooals geen ander schijnsel op aarde dat vermag.

Voor Gods kindren heeft alles een nieuwe sprake, en zoo ook de starrenhemel.

Gods kind leest daarin wat geen starrenwichelaar er ooit uit opmaakte en geen geleerde er ooit in las, want hem spreekt die starrenhemel Van den luister en de schittering van de heerlijkheid zijns Heeren.

Hij kent iets van dat Eeuwige Wezen, maar mist de maten en de perken, om zich, zij het ook maar zwak, eenige voorsteUing, ' eenige verbeelding te vormen, van wat die ongeschapen majesteit in haar schittering is. En al wat deze wereld biedt aan pracht en glans en overstelpende weelde, het taant alles en wordt mat, zoo hij het ook maar even stelt naast dat licht, dat is boven dat licht der zon, dat Paulus bij Damascus zag, en waardoor de pogen hem opeens verblind wierden.

En daarom komt zijn God hem te hulpe, en leidt hem uït naar buiten en toont hem zijn starrenhemel.

Nu is dat nog de glans des hemels niet, maar het is er toch een afschaduwing van, die toch iets sterker dan alle aardsche glans, hem onder den indruk brengt van dien hemelschen luister en die oneindige majesteit. En dien aanblik geeft God de Heere u om niet. Het kost geen 'prijs. Zijn hemel glinstert voor aller oog, en uit het somberste dakkamertj e wordt den eenzame en den kranke nog een blik gegund in dat firmament vol lieflijken luister.

God is genadig en barmhartig, en wat de weelde der wereld voor geen prijs en geen schat kan voortbrengen, dat biedt Hij den armste voor een enkele opheffing van het oog en een enkel opslaan van den blik naar boven. Ja, zoo genadig is de Heere, dat Hij dien hemel niet wegneemt, al loopt bijna ieder dien met het oog naar beneden geslagen voorbij. Want merk er maar op, als schoon en prachtig hét Zevengesternte zijn stralen spreidt en de Orion schittert, is er op de tien wandelaars niet één, die het de moeite waard keurt eens het oog omhoog te heffen en in het firmament van Gods wonderen in te zien. Ze zien voor zich uit. Ze zien voor zich heen. Ze tellen de straatsteenen. Maar de sterren, die hun van hope en vrede tegenflonkeren, zien ze niet aan en tellen ze niet.

Vooral onze eeuw is blind voor de pracht dier majesteit geworden.

Maar zij het zóó bij Gods kinderen niet ! Hef gij, kind des Heerén, zoodra het floers van den hemel wordt weggeschoven en God brengt zijn lichten aan den hemel weer uit, hef gij dan uw oog naarboven op, en verhef uw ziele tot boven het firmament, en kom met heel de diepte van uw gemoed onder den overweldigenden en overstelpenden indruk van die ongemeten en onbeschrijflijke majesteit van den Heeie HEERE.

Ge zinkt dan weer in uw kleinheid weg. Uw God wordt grooter voor uw oog. Het valt u lichter groote, heerlijke gedachten aangaande het Eeuwige Wezen te koesteren.

Het trekt u naar het Vaderland dat boven die sterren is.

Het leidt u eerbiediger, het leidt u inniger, het leidt u met meer wegwerping van uzelven in in het kinderlijk gebed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's

„tEL DE STERREN.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's