GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Belangrijk is wat Ds. Gispen ditmaal in De Bazuin over de Doleantie in verband met Groen van Prinsterer zegt. Hij ook erkent volmondig, dat de lijn der Doleantie en die van Groen van Prinsterer één is. Hoor slechts:

Groen's theorie van: »Het Recht der Hervormde Gezindheid" in verband met zijne kritiek op de Afscheiding, is van onberekenbaren invloed geweest op den gang en dé ontwikkeling der kerkelijke zaken hier te lande. En indien iemand Dr. Kuyper noemt den vader der doleerende kerken, dan veroorloof ik mij het genoegen om Groen van Prinsterer den grootvader te noemen. Dr. Kuyper kan, als geleerde, als volksleider, als Christen, met alle recht zijn kerkdijken en politieken tegenstanders, die zeggen zich aan Groen te houden, toeroepen: Meent niet dat ik u verklaag; die u verklaagt is Groen van Prinsterer, op wien gij u beroept!

Mannen, die in staat waren de ideeën van Groen tot in den grond te vatten, zooals wijlen Prof. Chantepie hebben voor jaren reeds gevoeld en voorzien, dat het, werkte de theorie van Groen onder het volk door, tot eene botsing moest komen, dat scheuring onvermijdelijk was. Het gezegde van Chantepie tot Dr. Kuyper: »Wij hadden de partij van Groen er bijna onder en gij brengt ze er weer boven op", bewijst in dit opzicht meer dan ellenlange redeneeringen.

Wat mij, iu weerwil van ons. verschil in het kerkelijke, altijd genoopt heeft de candidaten der antirevolutionaire partij gewetenshalve te stemmen, was de overtuiging, dat deze mannen aan dezelfde zijde van Christus staan, waar ik hoop te staan en waar de afgescheidenen staan. En ik zie niet in, dat daarin door de doleantie eenige verandering is gekomen. Ik beschouw de hoofden en leiders der doleerenden als wetenschappelijke en principieele bestrijders niet van het confessioneele, maar van het kerkrechtelijke, van het konstitutioneel en Staatsrechtelijke standpunt der afgescheidene of Christelijke Gereformeerde kerk, van het kerkgenootschap dat, sedert 1869, onder dien naam in de sfeer van het Staatsrecht wettelijk bestaat. Zij volgen de lijnen, door Groen van Prinsterer getrokken, en zijn sterk in de redeneering door de studie der oude theologen en kerkrechtbeoefenaars. Zij hebben eene voor velen bekoorlijke wereld van ideeën gescha pen, die niet in "de werkelijkheid, niet naar buiten, niet buiten de gedachte bestaat. Eene rechtsbespiegeling of rechtsbeschouwing (hoe zal ik het noemen? ), die in het beschreven recht van den tegenwoordigen tijd niet omschreven is, en waarop geen kerkbestuur der Hervormden, geen burgerlijke rechtbank of Hooge Regeering rechtspraak kan doen.

En alsnu tot het statuut van 1869 komende, zegt hij zeer juist:

Al het geroep over het statuut van 1869 heeft dan ook, naar mijn oordeel, zeer weinig te beteekenen. Indien wij aannemen dat dit statuut slecht gesteld is, dat er onjuiste uitdrukkingen, gevaarlijke bepalingen in voorkomen, dan is dat alles met een halven dagwerkens te verhelpen. Maar dat is de zaak niet. Het is niet bloot dit statuut, dat de doleerenden verwerpen, maar het statuut... Het is 't kerkgenootschappelijk be staan als Christelijke Gereformeerde kerk, het nieuwe kerkgenootschap, dat naast en tegenover de Ned. Herv. kerk is opgericht en door de regeering als een kerk genootschap erkend en onder het gemeene, thans geldende recht als kerkgenootschap geplaatst is. Het is wat men, in vroeger jaren, het vrijheid vragen noemde Het is, in den diepsteu grond, de daad der Ulrunische gemeente, die zich op 13 October 1854, met daad en - woord, /ormeel heeft afgescheiden, niet van de synodale organisatii 0/ van het kerkbestuur; maar, met ronde en duidelijke woorden, van de Nederlandsche Hervormde kerk, d. i. van het zedelijk, lichaam dat onder dien naam bestaat.

En zoo hebben de zaken, tusschen de partij van Groen van Prinsterer en ons, afgescheidenen, sinds eene halve eeuw gestaan. De doleantie heeft daarin geene wezenlijke verandering gebracht. Waarom zullen wij ons nu, voor het Staatkundig leven, onthouden, of medegaan met hen die onzen Heere Jezus Christus als Koning der eeuwen en Zaligmaker verloochenen, en de belijders van 's Heeren naam in hunne dierbaarste en teederste belangen fel besirijden en hardnekkig tegenstaan?

Dit is volkomen juist. Naar ons inzien, is elk statuut, waarbij de Gereformeerde ktrk zich als nieuw, nu pas optredend kerkgenootschap erkennen laat, tfrwijl een ander genootschap bij diezelfde Overheid erkend blijft als de historische voortzetting van de kerk der vaderen, een prijsgeven van iets dat we niet grijsgeven mogen. Wel profijtelijk, maar niet goed. Men zal elkander hierin dus te dragen hebben, en o. i. is juist daarom de voorslag zoo uitnemend: Behoud gij dan plaatselijk uw statuut, laat ons het zonder doen, en houden we onze meerdere vergaderingen saam.

Curieusiteitshalve voegen we er nog dit als prognose van de toekomst aan toe:

Of echter zulk eene scheiding van het kerkelijke en politieke in den grond niet eene loutere inbeelding is, vraagt ge wellicht. Niet geheel, zou ik antwoorden. Als het werkelijke leven zoo logisch was als het papier geduldig is, dan zeker ja. Doch op deze wereld heerscht niet de zuivere rede, en haar hofdame, de logica, heeft dil'wijls bitter weinig te zeggen. Als het er op aankomt moet ieder maar zien hoe hij er komt, en dat .is juist de staatsmanskunst of de stuurmans kunst van den Staat, «Principiën reiterei" is eene mooie zaak voor de studeerkamer en het bureau van een hoofdredacteur van een dagtlad, maar in het werkelijke leven komt men met op stokpaardjes te rijden niet veel verder^ Wat uit deze krisis tevoorschijn kan komen is hoogstens een coalitie ministerie, een ministe rie, dat uit verschillende partijen is samengesteld en dat op sommige punten één is. Stel, dat in zulk een ministerie Jhr. Mr. A. F. de SavOrnin Lohman Minister van Justitie is. Neem aan, dat bij God alle dingen en bijden Minister van Justitie vele dingen mogeHjk zijn. Is het dan nog denkbaar, dat een man als de heer Lohman de dwaasheid zal begaan, om nog metdenfonkelnieu wen galarok aan voor het parlement te komen met eene wet tot deeling van de goederen der Hervormde I kerk, of intrekking der Kon. besl. van 1816 en '52, of I met een voorstel tot schrapping van art. 168 van de I Grondw. enz.? Zulk een ministerie maakte zichzelve terstond af. Alle Roomschen, een goeddeel der antirevolutionairen, alle liberalen lieten zulk een ministerie dadelijk tuimelen. Neen, eer het roer van Staat uitsluitend zelfs in de handen der antirevolutionairen is, zal, denk ik, de Zuiderzee wel.drooggemaakt zijn. ! In ieder geval moet er wat voor het geloof en het ' gebed overblij ron, en moeten we thans doen wat we, in goeder conscientie, gelooveu voor God verplicht te zijn.

j Deze prognose lateny.we voor wat ze is. I Maar wat we niet vözwijgen mogen is den weldadigen indruk dien het veel vriendelijker schrijven van Ds. Gispen den laatsten tijd in onzen kring uitoefende.

We zeggen hem hier bartelijk dank voor. Er is zooveel spanning door weggenomen, en zooveel goeds door bereid voor de dingen die komende zijn.

Door gedeeld in den lande te blijven staan, verzTvakken de Calvinisten noodeloos hun kracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's